C. Buddingh'-prijs - Beste Nederlandstalige poëziedebuut van het jaar
Juryrapport C. Buddingh’-prijs 2024
Het debuteren met een dichtbundel in de Nederlandse taal blijft onverminderd populair! Dat staat helaas niet in de krant, maar het is ook geen loze kreet in de ruimte. Dit jaar kreeg de jury maar liefst 24 bundels voor haar kiezen. Dank aan de uitgeverijen! Niet alleen voor het insturen van de bundels, maar tevens voor het uitgeven van poëzie. Dichtbundels uitgeven is in 2024 een, om het zo zacht mogelijk te zeggen, risicovolle investering en het uitgeven van werk van debutanten is dat natuurlijk helemaal. Dat er nog steeds uitgevers zijn, van hele kleine niche-uitgevers tot de kolossale steunpilaren van grote concerns, die zich niet aan hun verantwoordelijkheid onttrekken om het literaire veld te verrijken met de stemmen van nieuwe dichters, verdient een grote pluim. Goed gedaan jongens (m/v/x) en ga zo voort!
De shortlist voor deze prijs kan traditiegetrouw slechts vier bundels tellen. Toch zijn er twee bundels die helaas niet de shortlist haalden, maar die wij als jury toch even wilden benoemen. Dat zijn de bundels Nu we er toch zijn van Erwin Hurenkamp en Een lichaam dragen van Hannah Chris Lomans. Beide bundels poogden iets nieuws toe te voegen aan de Nederlandstalige poëzie en beide bundels slaagden daar ook in. De mooie, soms ontroerende gedichten van Hannah Chris Lomans laten de worsteling van een ik-figuur zien met zoiets ogenschijnlijks simpels als het hebben van een lijf. De dichter maakt deze worsteling navoelbaar, iets wat in deze gekke tijden waarin eenieder eenieder steeds slechter lijkt te begrijpen, ontzettend belangrijk is. Waarin Lomans de worsteling van één persoon navoelbaar maakt, doet Hurenkamp dat met die van een hele planeet. Met dystopische, maar weldoorvoede, ja soms zelfs grappige gedichten, laat Hurenkamp ons een wereld zien die op haar achterste benen loopt. En hij leert ons hoe we daar, hoe verdrietig ook, over kunnen zingen.
Maar goed, vier dus. Met overtuiging nomineert de jury de volgende vier bundels voor de C. Buddingh’-prijs 2024 (op alfabetische volgorde van achternaam)
Bob Vanden Broeck - de richting is richting omleiding
In de richting is richting omleiding is een kijker aan het woord. De verteller in de bundel kijkt met de nodige onderkoelde humor naar de wereld waar hij doorheen loopt, en weet de rare, soms vrolijkmakende, soms schrijnende zaken die hij daarin ziet met ragfijne zinnetjes in het hoofd van de lezer te plaatsen. Niet gratuit, ook niet lolbroekerig, maar wel met de nodige lichtheid die de dichtkunst en de wereld soms zo nodig heeft. Ergens echoot vanden Broeck een grote voorganger als Guillaume Appolinaire, die ook met een verwonderde, kritische, maar dan weer dichterlijke blik door de wereld ging.
Waar veel dichters ons in deze tijden vol topzware, geëngageerde ernst tegemoet treden, weet vanden Broeck een zekere speelsheid te bewaren. Het gevaar zit er in dat dat omslaat in afstand, onverschilligheid, een zekere kilte ten opzichte van de mensen en wereld om hem heen, want ja, het is toch allemaal spel. En dan opeens is vanden Broeck geraakt. Door een beeld, een situatie, iets wat hij in zijn lange gang door de moderne stad in zijn ooghoek ziet gebeuren. Wanneer dat gebeurt slaat hij niet op de pauken, hij melkt niets uit en waakt voor sentimaliteit. Aan een kort bijzinnetje heeft hij genoeg. De richting is richting omleiding is een perfect afgesteld, dan weer vrolijk dan weer melancholisch horloge.
Sytse Jansma - Rozige Maanvissen
In Rozige maanvissen wordt een persoonlijk lijden, het plotseling verliezen van een geliefde, verheven tot grootse poëzie. Daar streven natuurlijk meer dichters naar, maar het bijzondere van deze bundel is dat de gehele poëtische trukendoos open wordt gegooid, een trukendoos die de dichter goed kent en uitmuntend weet in te zetten, maar dat de authenticiteit en rauwheid van het verdriet dwars door al die trucs heen schijnt. Je gelooft de dichter wanneer hij, bijna wanhopig soms, alles wat taal kan zijn tot een reddingsboei probeert te maken.
Sytse Jansma is geen beginnend dichter. Al eerder schreef hij in die andere rijkstaal, het Fries, goede poëzie. Toch kan de jury zich niet aan de indruk onttrekken dat hij zijn kruit drooghield voor het schrijven van Rozige maanvissen. Deze bundel staat onder stroom, je voelt aan alles dat deze gedichten er moesten komen. Hoewel we natuurlijk allemaal hopen dat Jansma nooit meer zoiets verdrietigs overkomt, vooral voor Jansma zelf natuurlijk maar ook omdat we deze bundel met een flink brok in de keel lazen, kijkt de hele jury reikhalzend uit naar nieuw werk van deze dichter die in deze bundel zo’n eigen en authentiek en tegelijkertijd stevig en volwassen geluid heeft gevonden.
Dewi de Nijs Bik - Indolente
Met een duidelijke blik op de geschiedenis trekt Indolente ons mee in zowel het wereldvreemde alledaagse als het alledaagse wereldvreemde. Dewi de Nijs Bik dicht onderzoekend, wat uitnodigt tot interactie; ze durft je mee te trekken naar plekken en stemmen die voortdurend tot zwijgen worden gebracht. En toch schreeuwt ze haar onderwerp niet, ze dicht, met liefde en lef, ze geeft je een gedetailleerde leefwereld en een taal waarover je na blijft denken.
Dewi de Nijs Bik maakt de geschiedenis, onze gedeelde geschiedenis, in Indolente levensecht. Met een goed uitgeruste gereedschapskist literaire middelen, die ze allemaal goed beheerst én op de juiste momenten weet in te zetten, wijst ze ons op de pijnlijke plekken die honderden jaren koloniale geschiedenis hebben achtergelaten. In het verleden, maar ook in het heden, zelfs in het gewone leven van alledag. Dat De Nijs Bik in deze bundel spaarzaam is met poëtisch spel is logisch, soms ligt een onderwerp zo gevoelig dat het schrijven geen spelletje meer kan zijn. Maar in die spaarzaamheid toont de Nijs Bik haar prachtig ontluikende dichterschap.
Merel van Slobbe - De maan schijnt feller in de metaverse
Steeds meer dichters schrijven hun poëzie terwijl internet op de achtergrond mee zoemt. Merel van Slobbe is een van hen en het doet haar werk bepaald geen kwaad. De maan schijnt feller in de metaverse staat weliswaar vol met eigentijdse elementen die de gedichten op den duur zullen dateren, zo werkt het internet helaas, maar het gaat wel ergens over. Waar blijft het individu in een wereld waarin avatars en algoritme zoveel te zeggen hebben? In de poëzie natuurlijk!
Want waar vele dichters die over het internet, en breder de moderne tijd, schrijven ons slechts overspoelen met technische termen of ons onderdompelen in digitale sferen en verder niets, laat van Slobbe die moderniteit botsen met klassieke dichterstropen en creëert zo poëzie. Anders gezegd: een bundel die zowel maanlicht als tindermatches in zich draagt en daarin niet sentimenteel wordt, verdient een grote pluim. Merel van Slobbe laat in De maan schijnt feller in de metaverse zien dat het internet ontzettend interessant is, maar ook dat de poëzie zelf uiteindelijk nog velen malen mysterieuzer en schitterender is.
De C. Buddingh’-prijs 2024 gaat naar de bundel die met groot poëtisch vernuft de lezer deed meevoelen met een groot persoonlijk gemis. Een bundel die je met een brok in je keel achterlaat, zonder kleverig te worden. Deze bundel is rauw en mooi, twee etiketten die misschien suf klinken, maar hier echt echt echt op zijn plek zijn. Lees zelf maar! De C. Buddingh’-prijs 2024 gaat naar Rozige maanvissen van Sytse Jansma.
Rozige Maanvissen van Sytse Jansma is de winnaar C. Buddingh’-prijs 2024
Poetry International kent de C. Buddingh'-prijs 2024 toe aan Rozige Maanvissen van Sytse Jansma (uitgeverij Atlas Contact). Dit werd zojuist bekendgemaakt in het radio 1 programma Een uur cultuur. ‘Deze bundel staat onder stroom, je voelt aan alles dat deze gedichten er moesten komen’, aldus de jury bestaande uit Joost Oomen (voorzitter), Lisette Ma Neza en Toef Jaeger. ‘Een bundel die je met een brok in je keel achterlaat, zonder kleverig te worden’.
De C. Buddingh’-prijs bekroont het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het jaar en wordt sinds 1988 door Poetry International uitgereikt. Aan de prijs is een bedrag van 1500 euro verbonden. Naast Rozige Maanvissen waren De maan schijnt feller in de Metaverse van Merel van Slobbe, De richting is richting omleiding van Bob Vanden Broeck en Indolente van Dewi de Nijs Bik genomineerd.
De jury over Rozige maanvissen:
‘In Rozige Maanvissen wordt een persoonlijk lijden, het plotseling verliezen van een geliefde, verheven tot grootse poëzie. Daar streven natuurlijk meer dichters naar, maar het bijzondere van deze bundel is dat de gehele poëtische trukendoos open wordt gegooid, een trukendoos die de dichter goed kent en uitmuntend weet in te zetten, maar dat de authenticiteit en rauwheid van het verdriet dwars door al die trucs heen schijnt. Je gelooft de dichter wanneer hij, bijna wanhopig soms, alles wat taal kan zijn tot een reddingsboei probeert te maken.’
Sytse Jansma woont in Harlingen en is dichter en beeldend kunstenaar. Hij publiceerde twee dichtbundels in het Fries en zijn werk verschijnt in literaire tijdschriften als De Revisor, de Moanne en Ensafh. Met zijn poëzie zoekt hij vaak cross-overs met andere kunstvormen: muziek, theater en beeldende kunst.
Buddingh’ Talent op Poetry International Festival
Op zaterdag 8 juni staat Sytse Jansma samen met de drie genomineerden Merel van Slobbe, Bob Vanden Broeck en Dewi de Nijs Bik op Poetry International Festival Rotterdam in de interdisciplinaire showcase Buddingh’ Talent waarin de vier samen met muzikant Cedric Vermue tot nieuw werk komen.
Wie schrijft het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het jaar
C. Buddingh'-prijs 2024
Sinds 1988 bekroont Poetry International het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het jaar met de C. BUDDINGH'-PRIJS VOOR NIEUWE NEDERLANDSTALIGE POËZIE. Met de prijs vraagt Poetry International volop aandacht voor talentvolle nieuwe stemmen in de Nederlandstalige poëzie. En met succes! Voor inmiddels bekende dichters als Joke van Leeuwen, Tonnus Oosterhoff, Ilja Leonard Pfeijffer en Anna Enquist of - meer recent - Marieke Lucas Rijneveld en Radna Fabias was de C. Buddingh’-prijs de eerste belangrijke trofee die in de wacht werd gesleept. In 2023 ging de ‘Buddingh’ naar Alara Adilow, voor de bundel 'Mythen en Stoplichten', een uitgave van Prometheus.
Rotterdam, 23 april 2024
Nominaties C. Buddingh’-prijs 2024 bekend!
De maan schijnt feller in de Metaverse van Merel van Slobbe, De richting is richting omleiding van Bob Vanden Broeck, Indolente van Dewi de Nijs Bik en Rozige Maanvissen van Sytse Jansma zijn genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2024. De jury bestaande uit Joost Oomen (voorzitter), Lisette Ma Neza en Toef Jaeger koos de vier uit een totaal van 24 ingezonden bundels. De C. Buddingh’-prijs bekroont het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het jaar en wordt sinds 1988 door Poetry International uitgereikt.
De winnaar van de C. Buddingh'-prijs 2024 wordt op zaterdag 1 juni bekendgemaakt in het radioprogramma Een uur Cultuur. Op zaterdag 8 juni staan de dichters samen op Poetry International Festival Rotterdam in een show waarin deze vier opvallendste nieuwe stemmen in de Nederlandstalige poëzie elkaar versterken.
Over de genomineerden
Rozige Maanvissen
Sytse Jansma
Uitgeverij Atlas Contact
Uit het juryrapport:
‘In Rozige maanvissen wordt een heel persoonlijk lijden, het plotseling verliezen van je geliefde, verheven tot grootse poëzie. Daar streven natuurlijk meer dichters naar, maar het bijzondere van deze bundel is dat de gehele poëtische trukendoos open wordt gegooid, een trukendoos die de dichter goed kent en uitmuntend weet in te zetten, maar dat de authenticiteit en rauwheid van het verdriet dwars door al die truken heen schijnt. Je gelooft de dichter wanneer hij, bijna wanhopig soms, alles wat taal kan zijn tot een reddingsboei probeert te maken.’
Sytse Jansma woont in Harlingen en is dichter en beeldend kunstenaar. Hij publiceerde twee dichtbundels in het Fries en zijn werk verschijnt in literaire tijdschriften als De Revisor, de Moanne en Ensafh. Met zijn poëzie zoekt hij vaak cross-overs met andere kunstvormen: muziek, theater en beeldende kunst.
Indolente
Dewi de Nijs Bik
Uitgeverij De Arbeiderspers
Uit het juryrapport:
‘Met een duidelijke blik op de geschiedenis trekt Indolente ons mee in zowel het alledaagse als het wereldvreemde. Dewi de Nijs Bik dicht onderzoekend, wat uitnodigt tot interactie; ze durft je mee te trekken naar plekken en stemmen die voortdurend tot zwijgen worden gebracht. En toch schreeuwt ze haar onderwerp niet, ze dicht, met liefde en lef, ze geeft je een gedetailleerde leefwereld en een taal waarover je na blijft denken.’
Dewi de Nijs Bik publiceerde eerder in onder meer Poëziekrant en DW B. Ze werd geselecteerd voor de Parijsresidentie van deBuren en voor de minitournee Vers van het Mes. Sinds 2012 verzorgt ze diepte-interviews voor het Indisch maandblad Moesson. Indolente is tevens genomineerd voor De Grote Poëzieprijs.
De richting is richting omleiding
Bob Vanden Broeck
Uitgeverij Het Balanseer
Uit het juryrapport:
‘In De richting is richting omleiding is een kijker aan het woord. De verteller in de bundel kijkt met de nodige onderkoelde humor naar de wereld waar hij doorheen loopt, en weet de rare, soms vrolijkmakende, soms schrijnende zaken die hij daarin ziet met ragfijne zinnetjes in het hoofd van de lezer te plaatsen. Niet gratuit, ook niet lolbroekerig, maar wel met de nodige lichtheid die de dichtkunst en de wereld soms zo nodig heeft.’
Bob Vanden Broeck is docent Kunst- en Cultuurgeschiedenis aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. Zijn poëzie verscheen al in en op onder andere nY, De Revisor en Het Liegend Konijn. Momenteel werkt hij aan Je zit op een stoel, een roman die zich afspeelt in een kantoor omgeven door mist en duisternis.
De maan schijnt feller in de Metaverse
Merel van Slobbe
Uitgeverij De Arbeiderspers
Uit het juryrapport:
‘Steeds meer dichters schrijven hun poëzie terwijl internet op de achtergrond meezoemt. Merel van Slobbe is een van hen en het doet haar werk bepaald geen kwaad. De maan schijnt feller in de Metaverse staat weliswaar vol met eigentijdse elementen die de gedichten op den duur zullen dateren, maar het gaat wel ergens over. Waar blijft het individu in een wereld waarin avatars en algoritme zoveel te zeggen hebben? In de poëzie, zoveel is zeker.’
Merel van Slobbe is schrijver en dichter. Ze studeerde filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2018 won ze de tweede prijs bij De Gedichtenwedstrijd en in 2019 verscheen Aan de rand van een lichaam, een chapbook uitgegeven bij Wintertuin. De maan schijnt feller in de Metaverse is tevens genomineerd voor De Grote Poëzieprijs.Publisher De Arbeiderspers
Dit is de jury van de C. Buddingh'-prijs 2024
Op weg naar het 54ste Poetry International Festival Rotterdam (6 - 9 juni) reikt Poetry International voor de 37ste keer de C. Buddingh'-prijs uit aan de schrijver of schrijfster van het beste Nederlandstalige poëziedebuut. Ttijdens het festival presenteren de vier genomineerde dichters zich gezamenlijk in een feestelijk programma waarin de opvallendste nieuwe stemmen in de poëzie elkaar versterken. Met veel plezier stellen we de jury van deze editie alvast aan je voor: Toef Jaeger, Lisette Ma Neza en Joost Oomen!
Toef Jaeger
Toef Jaeger is redacteur bij NRC Handelsblad. In 2015 verscheen haar boek Koning Eenoog, een migrantenverhaal over de schrijver en kunstenaar Henk van Woerden. Samen met haar collega Hanneke Chin-A-Fo heeft zij een boek geschreven over de opkomst en ondergang van de grootste boekhandelsketen van Nederland. Haar nieuwste boek De jongens van Barbarber (2021) behandelt de story van het tijdschrift Barbarber.
Foto © Annemarieke van den Broek
Lisette Ma Neza
Lisette Ma Neza is een Nederlandse dichter, muzikant en filmmaker die gevestigd is in Brussel. Sinds januari van dit jaar is zij de eerste stadsdichter van Brussel. In 2017 won ze het Belgisch kampioenschap Poetry Slam en werd ze tweede bij het Europese én het wereldkampioenschap Slam Poetry. Zij zingt in haar eigen poetry band en tekende recent een contract voor haar eerste boek.
Joost Oomen
Joost Oomen is dichter, schrijver, theatermaker, DJ en drummer. Hij was huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen, stadsdichter van Groningen en columnist voor Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant. Als dichter en performer is hij als geen ander thuis in het absurde. Hij maakte naam met romans als Het perenlied (2020), Visjes (2022) en de bundel Lievegedicht ( 2023). De Volkskrant riep hem uit tot het literaire talent van 2021, en hij dat jaar bijna De Slimste Mens.
Foto © Liz van den Akker
C. Buddingh'-Online Leesclub met Ingmar Heytze
Op donderdag 25 april gaat een nieuwe C. Buddingh'-Online Leesclub van start. Elke donderdag in april en mei duik je met dichter Ingmar Heytze diep in een van de vier voor de Buddingh'-prijs genomineerde poëziedebuten. Het is de ideale manier om te ontdekken wat de nieuwe generatie Nederlandstalige dichters te vertellen heeft en hoe ze dat precies doet.
Natuurlijk nodigen we de genomineerde dichters uit om online aan te schuiven om persoonlijk over hun bundel te vertellen. De leesclub vindt op donderdag 25 april, 16 mei, 23 mei en 30 mei van 20:00 tot 21:30 uur online via zoom plaats. Deelname kost 85 euro (+ 2,50 servicekosten) voor de serie van vier avonden, er is plek voor maximaal 15 deelnemers!
Inzendingen C. Buddingh'-prijs 2024
2023: 'Mythen en stoplichten' beste poëziedebuut van het jaar
36ste C. Buddingh'-prijs voor Alara Adilow
Photo's: Rosa Quist
Poetry International's C. Buddingh’-prijs 2023 is gewonnen door Alara Adilow, voor haar poëziedebuut Mythen en stoplichten, een uitgave van Prometheus. Adilow kreeg de jaarlijkse prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut uitgereikt door juryvoorzitter Sasja Janssen, tijdens het feestelijke slotprogramma van het 53ste Poetry International Festival. De jury roemde 'Mythen en stoplichten' als 'een bundel over identiteit, zoals je ze op dit moment maar weinig tegenkomt.' Er werden 26 poëziedebuten ingezonden voor de 36ste C. Buddingh'-prijs. Naast Alara Adilow maakten de debuutbundels van Laura Broekhuysen ('Wij capalen'), Babeth Fonchie Fotchind ('Plooi') en Astrid Haerens ('Oerhert') kans op de prijs. De jury bestond uit dichter Sasja Janssen, poëzierecensent en docent Janita Monna en slamdichter Seckou Ouologuem.
‘Geloof je in Engelen, Alara?’
De jury was diep onder de indruk van de vier genomineerde poëziedebuten, maar viel als een blok voor 'Mythen en stoplichten': 'Een bundel die een universum schept dat woekert, krimpt, sterft en zichzelf opnieuw uitvindt. Een fabelachtig debuut, waarin elk gedicht bol staat van de prachtige regels', aldus de jury.
Uit het juryrapport:
"'Mythen en stoplichten' van Alara Adilow (1988) neemt de lezer mee op een overrompelende, indringende en transformerende reis, via de onderwereld naar de sterfelijke wereld, tot in de hemel daarboven. Daarvoor trekt ze met veel lef alle taalregisters open en laat in verrassende en sensitieve beelden zien wat het lyrische ik meemaakt en ondergaat. (...) Juist via het groteske, grove, lyrische, juist via mythen, het bijgeloof, de religie, maar ook via beelden uit haar jeugd kan Adilow zich verhouden tot haar queerness, de worsteling met haar transitie, religie, de breuk met haar moeder, haar verlangens, seksuele fantasieën, drugs, zonder ook maar een moment de omgeving uit het oog te verliezen. De schoonheid zit in de vele contrasten, mooi vervat in de titel. De wanhoop, overgave en lef ontroeren. Een bundel over identiteit, zoals je ze op dit moment maar weinig tegenkomt." Lees hier het volledige juryrapport.
De nieuwe stemmen van 2022 / 2023
Onder de debuterende dichters zaten dit jaar bijna twee keer zoveel vrouwen als mannen: zeventien om negen. De jury noemt dat een hoopgevende ontwikkeling. De nieuwste generatie dichters zit dicht op het pulseren van de tijd. We lezen over gender, non-binariteit, queerness, het klimaat, de sociale media en internet: poëzie als podium voor life long struggles. Opvallend is daarbij dat jonge dichters een voorkeur hebben voor het prozagedicht, al wordt de keuze daarvoor niet altijd afgedwongen door de inhoud. De jury kon maar vier bundels nomineren. Bijzondere vermeldingen had de jury daarom voor de bundels Het nodige breken van Sara Eelen, Honger, heteronormativiteit en het heelal van Lies Gallez en Laatste foto van de vrede van Jan-Paul Rosenberg.
Over de C. Buddingh'-prijs
Sinds 1988 bekroont Poetry International jaarlijks het beste Nederlandstalige poëziedebuut met de C. Buddingh'-prijs. Daarmee vraagt Poetry International extra aandacht voor talentvolle nieuwe stemmen in de Nederlandstalige poëzie. Voor menig dichter van naam was de C. Buddingh’-prijs de eerste belangrijke prijs die in de wacht werd gesleept. Joke van Leeuwen, Ilja Leonard Pfeijffer, Anna Enquist, of recenter Lieke Marsman, Ellen Deckwitz, Marieke Lucas Rijneveld en Radna Fabias behoren tot de laureaten. In 2022 ging de C. Buddingh'-prijs naar Maxime Garcia Diaz, voor haar bundel Het is warm in de hivemind (De Bezige Bij).
De winnaar van de C. Buddingh'-prijs 2021
C. Buddingh'-winnaar 2020 Jens Meijen vanaf de Lijnbaanflats
Over C. Buddingh'
C. Buddingh' (Dordrecht, 1918) is een minor poet. Hij was geen vernieuwer maar een meeloper. Geen grootheid maar een beschouwer, en een grappenmaker. Dat lijkt misschien een onvriendelijke karakteristiek maar het is iets wat Buddingh' zelf heel goed wist – sterker nog, zelf schreef hij de woorden 'het is niet zo erg, daaruit put ik mijn kracht' in een gedicht waarin hij zichzelf karakteriseert als 'het neefje dat ook mee uit logeren mocht'. Zijn oeuvre volgt de sporen van de literatuurgeschiedenis op de voet, en bij elke nieuwe stroming mocht hij toch minstens een keer uit logeren.