I WANTED TO TELL YOU SOMETHING NICE

I wanted to tell you something now that you’re awake, awake
again and dangling in my arms, now that I am standing here
longing for silence and my bed. 

In summer nights I can hear stars falling,
the sound of a party where I could have been right now,
a garden full of lights with a stranger still smoking, 

a girl who would kiss me mid-sentence and then disappear
into the night, and no one there would know who she was.

I wanted to tell you something nice, not about the darkness
into which we are going, how the world stops
spinning, catches fire, falls – 

I wanted to tell you something good,
about how you’re getting bigger and more beautiful,
that I’m dying of happiness for your existence. 

I wanted to tell you something nice but you’re asleep.

IK WILDE JE IETS MOOIS VERTELLEN

IK WILDE JE IETS MOOIS VERTELLEN

Ik wil je iets vertellen nu je wakker bent, weer wakker
bent en bungelt in mijn armen, nu ik naar de stilte
en mijn bed sta te verlangen. 

In zomernachten kan ik sterren horen vallen,
het geluid van een feest waar ik nu had kunnen zijn,
een tuin vol lichtjes met een onbekende die nog altijd rookt, 

een meisje dat mij midden in een zin zou kussen en verdwijnen
in de nacht, en niemand daar zou weten wie ze was. 

Ik wilde je iets moois vertellen, niet over het donker
waar we heen gaan, hoe de wereld stopt
met draaien, vlam vat, valt – 

ik wilde je iets goeds vertellen,
over hoe jij groter wordt en mooier,
dat ik doodga van geluk om jouw bestaan. 

Ik wilde je iets moois vertellen maar je slaapt.