Poetry International Poetry International
Artikel
25 januari, Diligentia Den Haag

Uitreiking VSB Poëzieprijs 2018

23 januari 2018
De beste Nederlandstalige dichtbundels van het afgelopen jaar zijn die van Joost Baars, Charlotte Van den Broeck, Marije Langelaar, Tonnus Oosterhoff en Mieke van Zonneveld. Zij maken daarmee kans op de 24e en laatste VSB Poëzieprijs. Sinds 1992 is de VSB Poëzieprijs met € 25.000,- voor de beste bundel van het jaar dé prijs voor Nederlandstalige poëzie. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs 2018 vindt op 25 januari a.s. plaats in Diligentia in Den Haag.

Tijdens de uitreiking van de VSB Poëzieprijs dragen de dichters voor uit hun genomineerde bundels. Dichter en theatermaker Peter Verhelst leest gedichten uit het Poëziegeschenk ‘Wat ons had kunnen zijn’ dat op deze Gedichtendag uitkomt ter gelegenheid van de Poëzieweek 2018. Lucky Fonz III zet zijn favoriete gedicht uit de genomineerde bundels op muziek en u hoort gedichten van jongeren die meedoen aan VERS, het scholierenproject rondom de VSB Poëzieprijs van School der Poëzie.

De dichters zijn genomineerd voor de volgende bundels:

Joost Baars, voor zijn debuut Binnenplaats
Uitgeverij Van Oorschot, 2017
Charlotte Van den Broeck, voor de bundel Nachtroer
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2017
Marije Langelaar, voor de bundel Vonkt
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2017
Tonnus Oosterhoff, voor de bundel Ja Nee
Uitgeverij De Bezige Bij, 2017
Mieke van Zonneveld, voor haar debuut Leger
Uitgeverij De Bezige Bij, 2017

'De Poëzie kan de dood aan'
In het juryverslag bij de nominaties (bijlage) toonde de jury zich verheugd over de kwaliteit van de inzendingen voor de 24e editie van de VSB Poëzieprijs: 'Poëzie hoeft zich niet te legitimeren door expliciet maatschappelijk geëngageerd te zijn. Maar het treft ons hoe vaak dichters toch expliciet engagement aangaan en dan woorden weten te vinden voor de verschrikkelijke dingen waar nauwelijks taal voor is. Poëzie kan de dood aan. Poëzie heeft de kracht om door de clichés heen te breken, de enige taal die vaak beschikbaar is bij rampen en geweld. (...) Als we konden leven als dichters zou de poëzie misschien niet nodig zijn. Maar niet iedereen is dichter. De bemiddeling van de poëzie is nodig om het kijken naar de dingen te verversen. Daartoe moet de poëzie altijd weer worden vernieuwd, opgeschud, ontdaan van zijn regels en routines om zijn functie van ‘nieuwe ogen inzetten’ te kunnen behouden. En dat is precies wat ook deze generatie dichters weer blijkt te doen.'


Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère