Poetry International Poetry International
Dichter

Lionel Fogarty

Lionel Fogarty

Lionel Fogarty

(Australië, 1958)
Biografie
Lionel Fogarty behoort tot de bekendste hedendaagse Australische Aboriginal-schrijvers. Al zo’n dertig jaar lang schept hij een ruimte om zijn gemeenschap en zijn cultuur te herwinnen en zich te laten gelden. Tegelijkertijd ondergraaft hij en morrelt hij aan de dominante politieke en poëtische discoursen. Fogarty, een spreker van het Yugambeh, werd geboren op Wakka Wakka-land in Zuidwest Queensland in de buurt van Murgon in een ‘strafreservaat’ buiten Cherbourg. In de jaren zeventig deed hij activistisch werk voor de Aboriginal Land Rights en protesteerde hij tegen de dood van Aboriginals in hechtenis. In 1993 overleed zijn jongere broer, Daniel Yock, in de politiecel. Fogarty heeft in Australië meerdere dichtbundels uitgebracht, bij kleine en grote uitgeverijen. Tot zijn meest recente bundels behoren Mogwie Idan: Stories of the Land (Vagabond Press, 2012) en Eelahroo (Long Ago) Nyah (Looking) Möbö-Möbö (Future) (Vagabond Press, 2014).
Fogarty’s werk is niet alleen een integraal onderdeel van de hedendaagse Australische poëzie, het is ook probleemloos in te passen in welke traditionele literaire en culturele stroming dan ook – als postkoloniale literatuur, protestliteratuur, black writing, hedendaags surrealisme. Met zijn schier onuitputtelijke bron van verbeelding, taalkundige vernieuwing, experiment en intens politiek bewustzijn en élan, is Fogarty’s poëzie een transculturele kracht waarmee niet te spotten valt: rechtvaardig en revolutionair in zijn toorn over de misdaden en het onrecht dat Blank Australië de Australische Aboriginals heeft aangedaan. Fogarty valt tevens fel de hedendaagse Australische poëtica aan, door de taal tot een wapen en een werktuig om te bouwen en hij transformeert het Bandjalang, het Aborignal Engels en het Australisch Engels op manieren waarbij veel hedendaagse experimentele poëzie precieus en pretentieus afsteekt.
 
De vooraanstaande inheemse Australische romancier Anita Heiss schreef onlangs: “Het werk van Lionel Fogarty als een guerrilla-dichter ken ik meer dan twintig jaar, maar zijn eerste dichtbundel, Kargun, bracht hij al in 1980 uit. Lionel is gepassioneerd blijven schrijven over onderwerpen die de meeste oorspronkelijke volkeren na aan het hart liggen: onrecht, landrechten, identiteit, taal, zwarte sterfgevallen in gevangenschap en de aan de gang blijvende gevolgen van de kolonisatie. Met zijn schrijven richt Lionel zich op de noodzaak van een toekomst zonder onderdrukking, en getuigt hij van de wens om zijn kennis en ervaring door te geven middels het geschreven woord.”
 
Sabina Hopfner daarentegen merkte op dat de gedichten van Fogarty “zelden louter van politieke of spirituele aard zijn. Meestal is het een combinatie van de twee.” Verder maakt zij een belangrijk punt over taalgebruik: “Voortdurend betwist en transformeert de werkelijkheid van het gesproken woord de werkelijkheid van het geschreven woord. Fogarty wil de twee verzoenen.” Deze gewenste verzoening maakt Fogarty’s werk bij uitstek prikkelend voor ideeën over het Engels (of het nou Aboriginal Engels is, Australisch Engels of Standaard Engels) en de culturele context – en mogelijkerwijs bevrijdend voor zowel gekoloniseerde als kolonisator: de complexe hybridisering in het werk van Fogarty nodigt uit tot intercultureel begrip dat zowel de schrijver als de lezer aanzet tot een beter begrip van zichzelf en hun onderlinge verhouding binnen dezelfde taalgemeenschap.
 
De uitdaging is wederzijds omdat er van de spreker van het gedicht een even grote verplichting wordt verwacht tot zelfkennis en communicatie, en een verzoening met bewerkstelligen tussen tweedelingen in taalgebruik en identiteit (gesproken/geschreven woord, spiritueel/politiek, inheems/niet-inheems, verleden/heden, zelf/de ander) tot een gemeenschappelijke taal en ervaring, met als brandpunt het gedicht. Als iedere daad van verzoening vragen de gedichten van Fogarty van de lezer én de spreker om zich te geven, en al doende een voorbeeld te zijn van een gemeenschap die vanuit meerdere middelpunten kan bestaan en functioneren. Fogarty’s gebruik en ontwikkeling van het Aboriginal Engels binnen de postkoloniale literatuur staat niet alleen in dienst van cultureel onderhoud en herstel, maar schaart zich ermee in de rangen van de nationale en internationale literatuur. Als zodanig kan zijn werk niet simpelweg worden gezien als een tegendiscours, maar als een geïntegreerde, minder dialectisch omschreven heroverweging van het Engels – in literatuur en taalgebruik – waarin een wederzijdse biculturele ontwikkeling van de kolonisatoren wordt gevraagd.
 
De complexiteit van Fogarty’s poëzie ligt in zowel de culturele als de taalkundige middelen. Zijn gedichten vragen van de lezer een engagement met en een breder begrip van de geschiedenis van Aboriginal en kolonisator. Fogarty combineert een meedogenloze blik en verwoording met allusies en elisies, en dwingt daarmee de lezer die de uitdaging van zijn werk aangaan om de lacunes in hun kennis met betrekking tot de Aboriginal geschiedenis en cultuur op te vullen, en tegelijkertijd hun eigen positie in een compleet ander symbolisch landschap te herbepalen. Fogarty merkt op:
 
Wat ik met mijn schrijven probeer te doen is laten zien dat wat voor Engels je ook krijgt, Engels de meest verbasterde taal ter wereld is – maar het is niet allemaal slecht – het geeft geen natuurlijke smaak aan wat de Aboriginaltaal nou helemaal is. Tegelijkertijd probeer ik ze te laten zien dat de Aboriginaltaal een natuurlijke taal is, een godgegeven taal is, een heel spirituele taal is.
 
Deze wisselwerking die Fogarty welbewust tussen het Engels en de Aboriginaltalen ontwikkelt is op één niveau een postkoloniale herinscriptie van het Engels in de machtstromen die het ontwricht en in veel gevallen moedwillig vernietigd heeft, en op een ander niveau biedt het een actieve en participerende heroverweging van het Engels als stammend uit meerdere bronnen en niet terug te voeren tot normatieve taalkundige of culturele constructies. Het werk van Fogarty komt in opstand tegen de baaierd van onrecht die er in de loop van de koloniale/postkoloniale geschiedenis van Australië is begaan tegen de inheemse bevolking, en wil dat er begrip komt en recht gedaan wordt, en niet vanuit het dominante discours of op verbasterde vooorwaarden. Fogarty’s werk, confronterend en genadeloos in het streven naar begrip en recht op eigen voorwaarden, opent nieuwe wegen tot dit doel. Fogarty merkte op:
 
Hoe ik zie dat mijn boeken gaan... dat is een collectieve gedachte in de mensen scheppen zodat ze kunnen teruggaan en andere Aboriginal literatuur lezen of wittemensen-literatuur, historisch of van nu, of wanneer ze lezen overleden in hechtenis dat ze daarover kunnen nadenken zodat ze energie kunnen maken, goeie energie.
 
Fogarty’s poëzie wordt een plaats waarop kolonisatie en onteigening tegenover elkaar staan, door destabilisering van de binnenvallende traditie en de koloniserende taal die de inheemse cultuur, talen en identiteit hebben verwoest. Fogarty’s werk vraagt van de lezer om zowel te luisteren naar de herwonnen cultuur als naar de taal waarin die cultuur herwonnen wordt. Wie Fogarty’s gedichten heeft gelezen, zal de Australische poëzie nooit meer hetelfde kunnen lezen zonder daarmee medeplichtig te zijn aan de vervreemding en onteigening waartegen het werk in opstand komt. Dit is poëzie om te lezen en te herlezen, om naar te luisteren en jezelf voor open te stellen en erdoor te worden veranderd op pijnlijke, ongemakkelijke en beangstigende wijze, en aldus tot een nader begrip te komen van de nog steeds levende geschiedenis van het onrecht en de onteigening in Australië.
© Michael Brennan (Translated by Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes)
Bibliografie
 
Poëzie
Yoogum Yoogum, Ringwood Vic., Penguin, 1982
Ngutji, met illustraties van Lyn Briggs, Spring Hill QLD,  Murrie Coo-ee, 1984
New and Selected Poems, Munaldjali, Mutuerjaraera. Melbourne, Hyland House, 1995
Minyung Woolah Binnung: What Saying Says, Southport QLD, Keeaira Press, 2004
Connection Requital, Sydney, Vagabond Press, 2010
Mogwie Idan: Stories of the Land, Vagabond Press, 2012
Eelahroo (Long Ago) Nyah (Looking) Möbö-Möbö (Future), Vagabond Press, 2014
Lionel Fogarty Selected Poems: 1980 – 2017, re.press and Aboriginal Humanities Project, Melbourne, 2017
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère