Poetry International Poetry International
Dichter

Safiya Sinclair

Safiya Sinclair

Safiya Sinclair

(Jamaica, 1984)
Biografie
Zelf omschrijft ze haar poëzie als “een koortsachtige golvende lyriek” en die omschrijving is even treffend provocatief en evocatief als het werk van Safiya Sinclair zelf. Het ritme van de Caribische zee is nooit ver weg, net zo min als de verhitte en weelderige planten-, dieren- en geestenwereld van haar moederland. Geboren in Montego Bay, op Jamaica, en opgegroeid in een traditioneel Rastafari-gezin, begon ze gedichten te schrijven als “overlevingsstrategie” – elke schrijver die geen diepe wond of pijn met zich meedraagt, kan beter wat anders gaan doen, vindt ze. In de Verenigde Staten, waar ze studeerde, ontdekte ze pas goed hoe en waar ze geworteld was en werd haar poëzie ook een manier om de verborgen orale geschiedenis van haar familie en haar eiland, zoals aan haar doorverteld door haar moeder en tantes, te vertalen op schrift, om het niet verloren te laten gaan, als eerbetoon aan “de vrouwen die onze woorden en dagen tot leven hebben geweven”.
Dochter die deze wereld als horde betreedt. Vader je gestrande beest,
je weeklachten in het zand. Moeder haar rood gebeente dat komt kloppen.



Alleen al door de spagaat van taal waarin ze zich bevindt, tussen het Engels van de overheerser en het Jamaicaanse patois, is haar toon strijdbaar en zijn haar gedichten ook een aanklacht tegen de wreedheid van de koloniale patriarchale geschiedenis waarmee nog steeds in het reine gekomen moet worden.
Andere inspiratiebronnen zijn het werk van Sylvia Plath, Federico García Lorca, Toni Morrison, James Baldwin, Audre Lorde, Gabriel García Márquez, Franz Kafka, Frida Kahlo en Wangechi Mutu. En niet te vergeten The Tempest van Shakespeare, waarin de figuur Caliban (anagram van Cannibal) model staat voor het westerse witte beeld van de West-Indiër als ‘wilde’, maar ook voor haar eigen zelfbeeld, als eeuwige buitenstaander: “Zijn koortsdromen als slaaf in een gestolen koninkrijk zijn ook mijn dromen geweest, zijn jengelende instrumenten mijn eigen vreemde muziek.”
Haar taal is niet dichtgeschroeid en gekoloniseerd, maar lijfelijk en uit diepe gronden opgeborreld.

Haar debuutbundel Cannibal verscheen in 2016 bij de University of Nebraska Press en werd vele malen bekroond en genomineerd.
© Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes (Translated by Florian Duisjens)
Bibliografie

Cannibal. University of Nebraska Press, Lincoln, 2016

Literaire prijzen
2016 Whiting Writers' Award voor Cannibal
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère