Poetry International Poetry International
Dichter

L.K. Holt

L.K. Holt

L.K. Holt

(Australië, 1982)
Biografie
L.K. (Lucy) Holt werd geboren in 1982 in Melbourne, Australië, groeide op in Adelaide en keerde terug naar Melbourne om geschiedenis te studeren. Gedichten begon ze te schrijven via de beeldende kunst, wat ze ervoer als een bevrijding, juist omdat ze meer controle had over woorden dan over verf, klei en potloden.
Ted Hughes’ Crow was de eerste bundel die Holt overdonderde. Tot haar andere invloeden behoren Seamus Heaney, Robert Lowell, John Donne en Anne Carson.
Holt bracht tot nu toe twee bundels uit. Haar debuut Man Wolf Man (2009) werd bekroond met de Kenneth Slessor Prize, en Patience, Mutiny (2010) kreeg de Grace Leven Prize. Ze was redacteur van Blast: Poetry & Critical Writing en momenteel is L.K. Holt redacteur van het internettijdschrift So Long Bulletin of Australian Poetry & Criticism.

Haar gedichten, waarin vogels, natuur en historische personages prominent figureren, lezen als kleine sculpturen van taferelen en taal:

I watch now the birds
so I do not have to watch myself.


Om de beelden kracht bij te zetten schuwt Holt neologismen niet. Ze versmelt ‘subjects’ en ‘objects’ tot ‘sobjects’, en in een ander gedicht worden haar grootmoeder en een mot gerecombineerd tot grandmoth. Holt beschouwt haar poëzie als een ‘exacting science’, een veeleisende exacte wetenschap. Haar doel is “het vinden van waarheden en patronen en equivalenten in de kleinste details van de menselijke ervaring”.

Even without faith
there’s always a best-case scenario.


De gedichten ademen een sfeer van toekomstgerichtheid, soms somber, soms vrolijk, soms onbevangen, maar ook gedrenkt in weemoed en traditie.

“Ik ben het eens met Da Vinci als hij zegt dat kunst leeft van de beperkingen en sterft van de vrijheid.” Holt wordt wel neoformalist genoemd omdat haar gedichten vaak een herkenbare vorm hebben (sonnet, villanelle, sestina). Toch springt ze daarmee heel vrij om. Haar ‘long sonnets’ hebben één kwatrijn extra en de rijmen moeten meer gezocht worden in half- en zelfs kwartrijmen dan de gebruikelijke volle eindrijmen. En wanneer het sonnet eens onberispelijk oogt, zoals in ‘Shipbreaking’, plant de lichte vervreemding zich in de allerlaatste regel alsnog op de lezer over: “Take a piece. Break it in half. And in half again.”
© Erik Bindervoet and Robbert-Jan Henkes (Translated by Donald Gardner)
Bibliografie

Man Wolf Man (John Leonard Press, Melbourne, 2007)
Patience, Mutiny (John Leonard Press, Melbourne, 2010)
This is Mars (John Leonard Press, Melbourne, forthcoming)
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère