Poetry International Poetry International
Dichter

Jacques Roubaud

Jacques Roubaud

Jacques Roubaud

(Frankrijk, 1932)
Biografie
In Zweden werd Någonting svart door de poëziecritici tot de beste bundel van 2008 verkozen. De eerste die daarover verbaasd stond, is de auteur zelf: Jacques Roubaud (Frankrijk, 1932). Het gaat hier namelijk om de Zweedse vertaling van Quelque chose noire (Iets donkers), waarvan het origineel in 1986 verscheen, en toen in Frankrijk met de Prix France-Culture werd bekroond. Meer dan twintig jaar later fascineert die bundel nog altijd, ook in vertaling.
In Iets donkers drukt Roubaud de rouw uit om de dood van zijn vrouw Alix Cléo. De kracht van de bundel ligt in de poëtisch zeer diverse benaderingen van het raadsel van de dood. Het oeuvre van Roubaud is een voortdurend ontwikkelen van nieuwe vormen, uitgaande van bestaande vormen, die hij zowel vindt in de liederen van de troubadours, oud-Japanse poëzie als eremietische regels tot mediteren. In een bundel als Autobiografie, hoofdstuk tien (1977), bijvoorbeeld, gaat het om de toe-eigening en herschikking van de surrealistische poëzie vóór 1932, het geboortejaar van de dichter. Het woord ‘autobiografie’ in de titel zet de lezer op het verkeerde been, want alle gedichten hier zijn voortgekomen uit vooraf bestaande literatuur, op een moment dat de auteur niet eens het daglicht had gezien.

De reden waarom Iets donkers de lezer zozeer aangrijpt, heeft er misschien mee te maken dat de autobiografie – de ‘echte’ autobiografie ditmaal – voortdurend lijkt te ontsnappen aan Roubauds pogingen om de rouw middels poëtische vormen in te perken. De poëtische onmacht om de dood te vatten, is evenzeer onderwerp van de bundel als de dood zelf.

Vandaag behoort het werk van Jacques Roubaud tot de top van de Franse literatuur, niet alleen zijn poëzie, maar ook zijn proza en essays. Wat proza betreft, wijs ik op de romantrilogie rond Hortensia, waarin hij op verbluffende wijze gebruik maakt van Oulipiaanse procédés, dat wil zeggen: dwingende regels, die mede de constructie van de roman bepalen. Wat essayistiek betreft, herinner ik aan de Verdediging van de poëzie die hij in 2002 op Poetry International uitsprak. Een verdediging die meer op een aanval lijkt, omdat hij daarin een fel protest formuleerde tegen de gemakzucht in de hedendaagse poëzie, herkenbaar in het gebrek aan vormbesef. In zijn laatst verschenen bundels – zoals De vorm van een stad verandert sneller, helaas, dan het hart van mensen (1999) en Churchill 40 en andere reissonnetten (2004) – bewijst Roubaud dat hij met zijn 76 jaren nog lang geen dichter in ruste is, maar onvermoeibaar doorgaat met het ontwikkelen van nieuwe vormen op basis van het erfgoed uit alle talen en alle tijden.
© Jan H. Mysjkin (Translated by John Irons)
Jacques Roubaud was te gast op het 40e Poetry International Festival in 2009. Deze tekst werd ter gelegenheid van dat optreden geschreven.

Beknopte bibliografie

Mono no aware: Le Sentiment des choses (1970); Renga (1971); Trente et un au cube (1973); Mezura (1975); Autobiographie, chapitre dix (1977); La Vieillesse d'Alexandre: Essai sur quelques états récents du vers français (1978); Dors, précédé de Dire la poésie (1981); Quelque chose noir (1986); La Plurité des mondes de Lewis (1991); Monsieur Goodman rêve de chats (1994); La forme d'une ville change plus vite, hélas, que le cœur des humains. Cent cinquante poèmes. 1991-1998 (1999), Churchill 40 et autres sonnets de voyage (2004); Eros mélancolique (samen met Anne F. Garréta, 2009)

Links
Jacques Roubaud on Lyrikline
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère