Poetry International Poetry International
Gedicht

Harkaitz Cano

DEBTS

According to the doctors, you lack calcium in your bones
and what they’ve just told you
sounds like an old person’s disease.
‘An old person’s disease and a woman’s disease’, whispers
your conscience
beside your left ear.
A woman’s disease, that’s a laugh. To tell the truth,
you wouldn’t mind at all
coming back as a woman in your next life:
any transformation is a convoluted way
of gaining power, if you manage to retain
a shred of memory of who you were before. But old?
It’s time you started to accept it.
Everything is a matter of time or
lack of time.
You put on a record a friend gave you
when you turned fifteen;
you can’t bear that music for even five minutes.
Someone knocks on the door, a starving person,
‘You owe me for February’.
This may be the lament of a poor wretch
who finds death before his time
in a second celestial request.
February, the cruelest month.
An answer for the landlord comes to mind,
‘for religious reasons, would you mind
if we forgot about February, and I’ll owe you
for two Marches instead’.
But you keep quiet.
The frame of the open door barely keeps you on your feet.
‘You owe me for February’, you hear again.

You feel it, yes indeed,
the leech in your bones
now has a name:
February.

SCHULDEN

Volgens de dokters heb je een tekort aan calcium in je botten.
Het komt je voor als een ziekte voor oude mensen
wat ze je net hebben verteld.
‘Oude mensen en vrouwen,’
voegt je geweten toe
dat bij je linkeroor woont.
Dat van die vrouwen vind je grappig, eerlijk gezegd
je zou het helemaal niet erg vinden
om in een volgend leven als vrouw geboren te worden:
elke verandering is een sluwe manier om macht te verwerven
als je een stukje herinnering bewaart van wat vroeger geweest is.
Maar dat van het verouderen?
Je hebt nu de leeftijd om ook dat onder ogen te zien.
Alles is een kwestie van tijd
of een gebrek aan tijd.
Op de platenspeler leg je een plaat
die je van een vriend cadeau hebt gekregen toen je vijftien werd.
Nog geen vijf minuten kun je die muziek verdragen.
Er klopt iemand op de deur, vast een clochard,
‘ik krijg nog februari van je.’
Het zou de jammerklacht kunnen zijn
van een arme stakker die vroegtijdig de dood heeft gevonden,
ingediend bij een tweede hemelse instantie.
Februari, de wreedste maand.
Je bedenkt een antwoord voor de huisbaas,
‘vind je het erg als we om religieuze redenen
februari vergeten, in plaats daarvan krijg je
dan nog twee keer maart van me.’
Maar je zegt niets
en de geopende deur houdt je nauwelijks overeind,
‘ik krijg nog februari van je’ hoor je opnieuw.

Je voelt het, ja zeker.
Februari.
Hij heeft al een naam,
de bloedzuiger die in je botten woont.

ZORRAK

Medikuen arabera, kaltzioa falta zaizu hezurretan
eta zaharren gaixotasuna irizten diozu
azaldu berri dizutenari.
«Zaharrena eta emakumeena» arduratu da zehazteaz
ezker belarriaren parean bizi zaizun
kontzientzia.
Emakumearenak grazia egiten dizu, egia esan
ez litzaizuke batere axola izango
hurrengo bizitza batean emakume jaiotzea:
boterea izateko era bihurri bat da
aldakuntza oro, aurrez zinenaren memoria zati bat
gordetzen jakinez gero. Baina zahartzearena?
Hori ere onartzen hasteko sasoian zaude.
Dena denbora kontua da edo denbora
faltarena.
Hamabost urte bete zenituenean lagun batek
oparitutako diskoa jarri duzu tokatan;
bost minutu ere ezin duzu jasan
musika hori. Atean jo dute, gosekilen bat,
«Otsaila zor didazu»
esaldi hori, heriotza denborak baino lehen
topatu duen gizajoren baten kexua dateke
bigarren instantzia zerutar batean.
Otsaila, hilabeterik krudelena.
Bururatu zaizu erantzun bat ugazabarentzat,
«arrazoi erlijiosoak medio, axola al zaizu otsailaz
ahaztuko bagina, bi martxo
zor izango nizkizuke hartara».
Isilik geratzen zara hala ere
ate irekiak nekez eusten zaitu, «Otsaila zor didazu»
entzun duzu berriro.
 
Senti zenezake, bai horixe,
Otsaila
badu ja bere izena
zure hezurretan bizi den izainak.
Close

SCHULDEN

Volgens de dokters heb je een tekort aan calcium in je botten.
Het komt je voor als een ziekte voor oude mensen
wat ze je net hebben verteld.
‘Oude mensen en vrouwen,’
voegt je geweten toe
dat bij je linkeroor woont.
Dat van die vrouwen vind je grappig, eerlijk gezegd
je zou het helemaal niet erg vinden
om in een volgend leven als vrouw geboren te worden:
elke verandering is een sluwe manier om macht te verwerven
als je een stukje herinnering bewaart van wat vroeger geweest is.
Maar dat van het verouderen?
Je hebt nu de leeftijd om ook dat onder ogen te zien.
Alles is een kwestie van tijd
of een gebrek aan tijd.
Op de platenspeler leg je een plaat
die je van een vriend cadeau hebt gekregen toen je vijftien werd.
Nog geen vijf minuten kun je die muziek verdragen.
Er klopt iemand op de deur, vast een clochard,
‘ik krijg nog februari van je.’
Het zou de jammerklacht kunnen zijn
van een arme stakker die vroegtijdig de dood heeft gevonden,
ingediend bij een tweede hemelse instantie.
Februari, de wreedste maand.
Je bedenkt een antwoord voor de huisbaas,
‘vind je het erg als we om religieuze redenen
februari vergeten, in plaats daarvan krijg je
dan nog twee keer maart van me.’
Maar je zegt niets
en de geopende deur houdt je nauwelijks overeind,
‘ik krijg nog februari van je’ hoor je opnieuw.

Je voelt het, ja zeker.
Februari.
Hij heeft al een naam,
de bloedzuiger die in je botten woont.

DEBTS

According to the doctors, you lack calcium in your bones
and what they’ve just told you
sounds like an old person’s disease.
‘An old person’s disease and a woman’s disease’, whispers
your conscience
beside your left ear.
A woman’s disease, that’s a laugh. To tell the truth,
you wouldn’t mind at all
coming back as a woman in your next life:
any transformation is a convoluted way
of gaining power, if you manage to retain
a shred of memory of who you were before. But old?
It’s time you started to accept it.
Everything is a matter of time or
lack of time.
You put on a record a friend gave you
when you turned fifteen;
you can’t bear that music for even five minutes.
Someone knocks on the door, a starving person,
‘You owe me for February’.
This may be the lament of a poor wretch
who finds death before his time
in a second celestial request.
February, the cruelest month.
An answer for the landlord comes to mind,
‘for religious reasons, would you mind
if we forgot about February, and I’ll owe you
for two Marches instead’.
But you keep quiet.
The frame of the open door barely keeps you on your feet.
‘You owe me for February’, you hear again.

You feel it, yes indeed,
the leech in your bones
now has a name:
February.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère