Poetry International Poetry International
Gedicht

Norbert Hummelt

THE WINTER CLUSTER

the bees are huddled in their winter cluster, we can’t see
them now at this time of year; their buzzing hardly makes
it through the mouth of their box as a distant droning in my
weak ear .. they’re huddled closely there in a constant whirr
and it’s this whirring that keeps them warm. and for the days
when it’s freezing, says the beekeeper, that’s what I make
the sugar preparation for. the sugar preparation: yes, that
always worked. long ago I myself huddled in such a cluster,
with the voices constantly buzzing all around and no gaps at
all in the conversation. I sat as a child at the laden table. the
coffee watery, hardly worth the name, I could drink it even
as a child. the kettle was always on the stove. the room was
insulated from the outside world. all year round a lamp would
give off light. but the cherry pie was without compare and
there was never a sunday without cherry pie. the pastry base
and then the cream that was always freshly whipped .. I never
wanted to leave that cluster. I can hardly hear what the beekeeper
says: when the rapeseed is in flower at the end of may .. when we
were given five marks for every hive. the honey for this year is
spun. the bees are huddled in their winter cluster, keeping warm
with their whirring; not even my childhood faith can keep me
warm any more. I cannot whirr and I have no swarm. I simply
stand there and walk a few steps from the blackberry bush to
the hive and for a while I can stay in the garden until I’m called
in for coffee: just coming be there in a moment .. I stand before
the hive with empty hands. the rain is drumming down on the
roof of the arbour. the bees are huddled in their winter cluster.

DE WINTERTROS

de bijen zitten in de wintertros, je ziet ze nu om deze
tijd niet meer; hun gezoem dringt nauwelijks door de
mond van de lade als ver gedreun aan mijn zwakke
oor .. ze zitten er dicht bijeen te gonzen en houden
zichzelf met hun gonzen warm. en voor de dagen als het
vriest, vertelt de imker, bereid ik het suikerwater voor.
het suikerwater: ja, dat werkte altijd. lang geleden zat
ik zelf in zo een tros, de stemmen zoemden altijd
om me heen, zo naadloos was het gepraat. ik
zat als kind aan de gedekte tafel. waterig de koffie
het mocht geen naam hebben, die kon je als kind al
drinken. de waterketel stond steeds op het fornuis. de
kamer was naar buiten afgeschermd. het hele jaar gaf
een lamp er licht. maar de kersentaart was weergaloos
en er was geen zondag zonder taart. de bodem
kruimeldeeg en dan de room, telkens zo vers geklopt ..
ik wilde nooit van deze tros vandaan. ik hoor nauwelijks
nog wat de imker zegt: als op het eind van mei het koolzaad
in bloei staat .. toen je voor elk volk tien mark ontving.
de honing is geslingerd voor dit jaar. de bijen zitten
in de wintertros, ze houden zichzelf met hun gonzen
warm; zelfs mijn kindergeloof verwarmt mij niet meer
ik kan niet gonzen en mij steunt geen zwerm. ik sta
slechts en loop een paar passen van de braamstruik
naar de bijenkast en mag een tijdje in de tuin blijven
tot men me voor de koffie roept: ogenblikje, ik ben er zo ..
ik sta voor de korf met lege handen. de regen klettert op
het dak van het prieel. de bijen zitten in de wintertros.

DIE WINTERTRAUBE

die bienen sitzen in der wintertraube, man sieht sie jetzt
um diese zeit nicht mehr; ihr summen dringt kaum durch
den mund der lade als fernes dröhnen an mein schwaches
ohr .. sie sitzen eng dort u. sie schwirren immer u. halten
sich durch dieses schwirren warm. u. für die tage, wenn es
friert, erklärt der imker, bereite ich die zuckerlösung vor.
die zuckerlösung: ja, die wirkte immer. lang her, da saß
ich selbst in einer solchen traube, die stimmen summten
immer rund um mich, so lückenlos war das gerede. ich
saß als kind an dem gedeckten tisch. der kaffee wässrig
kaum der rede wert, den konnte man sogar als kind schon
trinken. der wasserkessel stand stets auf dem herd. das
zimmer war nach außen abgedichtet. das ganze jahr gab
eine lampe licht. aber die kirschtorte war ohnegleichen u.
einen sonntag ohne torte gab es nicht. der boden mürbeteig
u. erst die sahne, die jedesmal so frisch geschlagen war ..
ich wollte nie aus dieser traube weichen. ich höre kaum
noch, wie der imker spricht: wenn ende mai der raps
in blüte steht .. als man für jedes volk fünf mark bekam.
der honig ist für dieses jahr geschleudert. die bienen sitzen
in der wintertraube, sie halten sich dort durch ihr schwirren
warm; mich wärmt nicht einmal mehr mein kinderglaube
ich kann nicht schwirren u. mich trägt kein schwarm. ich
stehe nur u. gehe ein paar schritte vom brombeerstrauch
zum bienenhaus u. darf für eine weile in dem garten sein
bis man zum kaffee ruft: moment ich komme gleich .. ich
stehe vor dem stock mit leeren händen. der regen trommelt
auf das dach der laube. die bienen sitzen in der wintertraube.
Close

DE WINTERTROS

de bijen zitten in de wintertros, je ziet ze nu om deze
tijd niet meer; hun gezoem dringt nauwelijks door de
mond van de lade als ver gedreun aan mijn zwakke
oor .. ze zitten er dicht bijeen te gonzen en houden
zichzelf met hun gonzen warm. en voor de dagen als het
vriest, vertelt de imker, bereid ik het suikerwater voor.
het suikerwater: ja, dat werkte altijd. lang geleden zat
ik zelf in zo een tros, de stemmen zoemden altijd
om me heen, zo naadloos was het gepraat. ik
zat als kind aan de gedekte tafel. waterig de koffie
het mocht geen naam hebben, die kon je als kind al
drinken. de waterketel stond steeds op het fornuis. de
kamer was naar buiten afgeschermd. het hele jaar gaf
een lamp er licht. maar de kersentaart was weergaloos
en er was geen zondag zonder taart. de bodem
kruimeldeeg en dan de room, telkens zo vers geklopt ..
ik wilde nooit van deze tros vandaan. ik hoor nauwelijks
nog wat de imker zegt: als op het eind van mei het koolzaad
in bloei staat .. toen je voor elk volk tien mark ontving.
de honing is geslingerd voor dit jaar. de bijen zitten
in de wintertros, ze houden zichzelf met hun gonzen
warm; zelfs mijn kindergeloof verwarmt mij niet meer
ik kan niet gonzen en mij steunt geen zwerm. ik sta
slechts en loop een paar passen van de braamstruik
naar de bijenkast en mag een tijdje in de tuin blijven
tot men me voor de koffie roept: ogenblikje, ik ben er zo ..
ik sta voor de korf met lege handen. de regen klettert op
het dak van het prieel. de bijen zitten in de wintertros.

THE WINTER CLUSTER

the bees are huddled in their winter cluster, we can’t see
them now at this time of year; their buzzing hardly makes
it through the mouth of their box as a distant droning in my
weak ear .. they’re huddled closely there in a constant whirr
and it’s this whirring that keeps them warm. and for the days
when it’s freezing, says the beekeeper, that’s what I make
the sugar preparation for. the sugar preparation: yes, that
always worked. long ago I myself huddled in such a cluster,
with the voices constantly buzzing all around and no gaps at
all in the conversation. I sat as a child at the laden table. the
coffee watery, hardly worth the name, I could drink it even
as a child. the kettle was always on the stove. the room was
insulated from the outside world. all year round a lamp would
give off light. but the cherry pie was without compare and
there was never a sunday without cherry pie. the pastry base
and then the cream that was always freshly whipped .. I never
wanted to leave that cluster. I can hardly hear what the beekeeper
says: when the rapeseed is in flower at the end of may .. when we
were given five marks for every hive. the honey for this year is
spun. the bees are huddled in their winter cluster, keeping warm
with their whirring; not even my childhood faith can keep me
warm any more. I cannot whirr and I have no swarm. I simply
stand there and walk a few steps from the blackberry bush to
the hive and for a while I can stay in the garden until I’m called
in for coffee: just coming be there in a moment .. I stand before
the hive with empty hands. the rain is drumming down on the
roof of the arbour. the bees are huddled in their winter cluster.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère