Poetry International Poetry International
Artikel
Genomineerd voor De grote Poëzieprijs 2019

'Habitus' van Radna Fabias

5 februari 2019
Uit het juryverslag bij nominatie: 'Radna Fabias laat zich in 'Habitus' niets gelegen liggen aan vaste versvormen en vindt de poëzie opnieuw uit. Vitaal, ritmisch en klankrijk, is dit sterk aardse en lichamelijke poëzie. Politieke poëzie ook, omdat het gaat over thuishoren en erbij horen. Het geweld van het 'omgekneed' worden door een andere cultuur, het zelfverlies dat ermee gepaard gaat, de koloniale geschiedenis, een ongelijk heden: het staat erin maar is nergens eenstemmig of eenvoudig. Fabias spreekt niet namens anderen maar wel vanuit het perspectief van anderen. De gedichten gaan over vrouw zijn, zwart zijn, over je vijand die ook je geliefde is. Je hoort aan niets dat 'Habitus' een debuut is, of het moet zijn in de volslagen oorspronkelijkheid, die een brug lijkt te willen slaan tussen de geest en het sappige, eenzame of geile lichaam. Iets waar 'Habitus' ook echt in slaagt.'
Met haar debuutbundel Habitus maakte Radna Fabias (1983) op overdonderende wijze haar entree in de Nederlandse poëzie. De bundel werd uitsluitend lovend besproken en tevens bekroond met de C. Buddingh’-prijs en de Awater Poëzieprijs.

Fabias werd geboren op Curaçao en studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Het Caribische eiland waar ze geboren en getogen is, en het land waar zij nu woont spelen beide een centrale rol in deze bundel. Haar gedichten roepen een beeld op van tropische eiland, waarbij ze met haar ironie en veelvuldig en scherp gebruikte stereotyperende readymades de clichés over het idyllische leven en landschap te lijf gaat. ‘Met overdonderde kracht sleurt ze de lezer mee in een broeierig tussengebied,’ aldus de jury van de C. Buddingh’-prijs.

In Habitus klinkt een beschouwende en tegelijkertijd subversieve stem die kritisch en met lef thema’s als herkomst, identiteit en lichamelijkheid onderzoekt. In het laatste deel van de bundel voert Fabias het personage van een migrant op (Fabias noemt haar ballotant) en weet hiermee overtuigend op kritische en ironische wijze de Nederlandse houding tegenover migranten neer te zetten (‘de ballotant is beter verklaard – of op z’n minst zo goed als het worden zal - / maakt nauwelijks nog taalfouten / klinkt als een nieuwslezeres’.

Deze stem weet alle ruimte die de poëtische vorm biedt te benutten. Sommige gedichten zijn verhalend en maken deel uit van een serie, andere zijn kort. Een ultrakorte regel kan gevolgd worden door een die de bladspiegel opzoekt. Soms zijn de gedichten helder en precies, maar regelmatig ook experimenteel en conceptueel. Deze poëtische verscheidenheid weet de bundel een extra lading mee te geven en het schipperen tussen twee werelden, het onderzoek naar identiteit en bestemming extra kracht bij te zetten.

Het sterke gedicht ‘gieser wildeman’ stelt vrouwelijkheid en de positie van de vrouw aan de orde. Vanwege de continue herhaling, het doordreunende ritme, de humor en de ironie blijft dit gedicht onvermijdelijk in je herinnering hangen. Een gedicht dat het in zich heeft een poëtische klassieker te worden:


gieser wildeman is een stoofpeer
ik ben een vrouw

[…]
een man is geen hobby
een man is geen hobby
een man is geen hobby

een man is geen strafregel
een man is geen troon om met gekruiste benen op te zitten als een dame
ik ben geen dame
ik ben een vrouw

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère