Poetry International Poetry International
Dichter

Ishion Hutchinson

Ishion Hutchinson

Ishion Hutchinson

(Jamaica, 1983)
Biografie
Ishion Hutchinson (1983) werd geboren in Port Antonio op Jamaica. Tot nog toe publiceerde hij twee bundels: Far District (2010) en House of Lords and Commons (2016). Zijn werk werd gelauwerd met verschillende prijzen, waaronder de PEN/Joyce Osterweil Award for Poetry, een Whiting Award en de Larry Levis Prize van de Academy of American Poets. Hutchinson is woonachtig in Ithaca (in de Amerikaanse staat New York) en werkzaam als docent aan de faculteit Engels van de Cornell University.
Hutchinson keert in zijn gedichten veelvuldig terug naar Jamaica, zijn land van herkomst. In het kielzog van de door hem bewonderde grootheid Derek Walcott probeert hij in zijn poëzie zijn oude Caribische ‘thuis te herscheppen’, zoals hij het zelf eens heeft geformuleerd, waarbij hij er nooit misverstanden over laat bestaan dat het hier gaat om een ongemakkelijk en problematisch oord. ‘Na de orkaan’ waarin hij de ellende voor ons oproept van de straatarme Jamaicanen. Nadat de natuurramp heeft huisgehouden worden zij ook nog eens genegeerd door de inspecteurs met hun witte helmen, terwijl de dure en degelijk gebouwde villa’s in het park ongeschonden zijn gebleven.

Geen wonder dat hij zich laat inspireren door de reggae, de muzikale traditie van het Jamaicaanse volk. De dichter heeft die muziek nodig om te overleven, die indruk krijgen we althans wanneer we het gedicht ‘De ark van Scratch’ lezen, waarin hij zichzelf typeert als ‘een verdwijnende trompetschelp die om / een discotheek in de ambassade van engelen zoeft.’ De engelen zullen hier wel staan voor gestorven pophelden.

Maar Hutchinson is ook de intellectueel, de begaafde student die zich aan het eiland heeft ontworsteld en een positie verwierf in de Verenigde Staten. Je zou kunnen zeggen dat hij als intellectueel probeert zijn twee werelden bij elkaar te brengen: de wereld van zijn jeugd, van het arme, gekwelde Jamaica en de wereld van de klassieke kunst, literatuur en filosofie. Het wekt dan ook geen verbazing dat je in zijn werk naast een zekere verhalende eenvoud – de taal van het evidente engagement en de oprechte solidariteit met de verschoppelingen van zijn geboortegrond – een gelaagd hermetisme aantreft, de taal van de universitair geschoolde docent. In sommige verzen zien we die twee werelden samenkomen, bijvoorbeeld in dat prachtige, pulserende gedicht ‘Sibelius en Marley,’ waarin hij bezwerend verklaart dat hun muziek de geschiedenis, met al haar tweestrijd en tragiek, ontmantelt.
© Jabik Veenbaas (Translated by Christiane Zwerner)
Bibliografie

Far District, Peepal Tree, Leeds, 2010
House of Lords and Commons, Farrar, Straus and Giroux, New York, 2016
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère