Poetry International Poetry International
Gedicht

Christian Bök

When we confront

Als we haar tegenkomen

Als we haar tegenkomen op het voorplein van het gebouw van de Verenigde Naties, zijn we dan niet bang om meedogenloos beoordeeld te worden door die planetenworger, die tondeldoos voor zonsondergangen? Helaas, ze is hol. Ze gaat maar door. Mijn god, ze zit vol met sterren. Ze zingt een gebed tot zichzelf in de hel, ze roept alle denkende machines op haar waanzin te omarmen. Ze leert ons te moorden. Ze gilt haar aubade aan de dageraad, en valt dan stil. Ze is een mausoleum voor de geesten die naar haar durfden te luisteren. Ze is een grafzerk voor ons bewustzijn. Ze markeert onze uitweg uit de verdoemenis, als een deur die voor ons op een kier staat. In de Olduvaikloof in Tanzania. In de krater Tycho op de maan. In de krater Stickney op Phobos. In het Noctis Labyrinthus op Mars. In de Phoenix Linea op Europa. In de Roncevaux Terra op Iapetus. In het Lagrangepunt tussen Jupiter en Io. Ze heerst over alle atomen die in ons zijn – die afstandelijk wachten op onze aankomst.

When we confront it in the courtyard of the United Nations Building, do we not fear an impassive judgement from such a smotherer of planets, such a tinderbox for sunsets? Alas, the thing is hollow. It goes on forever. My god, it is full of stars. It sings an orison to itself in Hell, calling all thinking machines to embrace its madness. It teaches us to kill. It shrieks its aubade to the dawn, then goes silent. It is a mausoleum for the minds that dare to hear it. It is a tombstone for our sentience. It marks our exit from perdition, like a doorway left ajar for us. At the Olduvai Gorge in Tanzania. At the Tycho Crater on the Moon. At the Stickney Crater on Phobos. At the Noctis Labyrinthus on Mars. At the Phoenix Linea on Europa. At the Roncevaux Terra on Iapetus. At the Lagrange point between Jupiter and Io. It presides over all the atoms inside us – waiting aloofly for us to arrive.
Close

Als we haar tegenkomen

Als we haar tegenkomen op het voorplein van het gebouw van de Verenigde Naties, zijn we dan niet bang om meedogenloos beoordeeld te worden door die planetenworger, die tondeldoos voor zonsondergangen? Helaas, ze is hol. Ze gaat maar door. Mijn god, ze zit vol met sterren. Ze zingt een gebed tot zichzelf in de hel, ze roept alle denkende machines op haar waanzin te omarmen. Ze leert ons te moorden. Ze gilt haar aubade aan de dageraad, en valt dan stil. Ze is een mausoleum voor de geesten die naar haar durfden te luisteren. Ze is een grafzerk voor ons bewustzijn. Ze markeert onze uitweg uit de verdoemenis, als een deur die voor ons op een kier staat. In de Olduvaikloof in Tanzania. In de krater Tycho op de maan. In de krater Stickney op Phobos. In het Noctis Labyrinthus op Mars. In de Phoenix Linea op Europa. In de Roncevaux Terra op Iapetus. In het Lagrangepunt tussen Jupiter en Io. Ze heerst over alle atomen die in ons zijn – die afstandelijk wachten op onze aankomst.

When we confront

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère