Poetry International Poetry International
Gedicht

Danez Smith

What was said on the bus stop

Wat bij de bushalte werd gezegd

de laatste tijd duurt lang

zegt het meisje uit Pakistan, Lahore, om precies te zijn
bij de bushalte als de witte man
haar vraagt waar ze vandaan komt & dan
zegt oh, je komt uit Lahore?
‘t is er daar ernstig aan toe.


       de laatste tijd duurt lang
zegt ze & we kijken elkaar aan & de blik zegt
ja, ook ik wou dat deze witte gast zou ophouden
ons te vragen waar we vandaan komen,
al deze vragen
ontleend aan huid
maar aan de andere kant van die scheve blik
ligt misschien een hand, waar handen niet helpen
een blik om te zeggen, ja, ik weet dat de laatste tijd
ook lang duurt voor jouw mensen
& het spijt me dat de wereld zo goed is ons
te laten voelen dat we voor ruimte moeten vechten
voor onze levens moeten vechten

misschien dat ik projecteer
maar laat me projecteren
ik wil iets zeggen & alleen
zo kan ik het benaderen
al is het maar half

solidariteit is een woord dat in vele monden ligt
ik weet niet zeker wat het in lijve betekent
ik weet dat ik houd van & heb gehuild voor mijn vrienden
hun bruin een ander bruin dan het mijne
dat ik hun dans geleerd & gedanst heb
& proefde hoe hun moeders rijst gebruiken
op andere wijze dan de mijne. ik weet dat ik soms
niet voorbij mijn eigen pijn kan kijken, verder
dan zwart & wit, dat kogels
van al het vlees houden. ik weet niet hoe dit gedicht te schrijven
ik wil iets over ons allemaal zeggen
zonder voor iedereen te spreken, ik wil zeggen
dat ik weet dat het onzinnig is te vergelijken.
       (welk advies heeft de verdronkene voor de verbrande?
       welke roddels bestaan er tussen de gehangene & de begravene?)
& ik wil voorbij die grote afstand reiken
die soms een oceaan is & soms slechts een paar centimeter
& zeggen, kijk. jouw mensen, mijn mensen, alles dat ons gebeurd is
& toch beminnen onder geroeste manen, toch
kinderen van hun moeders oogsten & ze naam geven,
toch leren we ze te dansen, & jouw pijn is niet de mijne
& is niet minder, & ik bid tot mijn god dat jouw god
je met genade zegent, & ik heb jouw eten geproefd & begrijp
hoe het een goed thuis is, & ik ken je taal niet
maar begrijp je zingen, & ik huilde toen ze je ooms
kwamen halen, & ik wilde wraak toen je jouw nicht begroef
& ik wil de wereld gebrand in kindsherinnering
& ik heb je bijgestaan in de zachte shawl van ochtend
& toch, toch, toch, toch, toch, toch, toch, toch, toch, op een of andere wijze, ademen we.

What was said on the bus stop

lately has been a long time

says the girl from Pakistan, Lahore to be specific
on the bus stop when the white man
asks her next where she’s from & then
says oh, you from Lahore?
it’s pretty bad over there.


       lately has been a long time
she says & we look at each & the look says
yes, i too wish this white dude would stop
asking us about where we from,
all these questions
derived from skin
but on the other side of that side eye
is maybe a hand where hands do no good
a look to say, yes, i know lately has been
a long time for your people too
& i’m sorry the world is so good at making
us feel like we have to fight for space
to fight for our lives

that might be me projecting
but let me project
i want to say something & this
is the only way i can get in
even half good

solidarity is a word, a lot of people say it
i’m not sure what it means in the flesh
i know i love & have cried for my friends
their browns a different brown than mine
that i have danced their dances when taught
& tasted how their mothers use rice
different than mine. i know sometimes
i can’t see beyond my own pain, pass
but black & white, that bullets
love any flesh. i don’t know how to write this poem
i want to say something about all of us
without speaking for all of us, i want to
say i know it’s foolish to compare.
       (what advice do the drowned have for the burned?
       what gossip is there between the hung & the buried?)
& i want to reach across that great distance
that is sometimes an ocean & sometimes just a few inches
& say, look. your people, my people, all that has happened
to us & still make love under rusted moons, still pull
children from the mothers & name them,
still we teach them to dance, & your pain is not mine
& is no less, & I pray to my god that your god
blesses you with mercy, & i have tasted your food & understand
how it is a good home, & i don’t know your language
but I understand your songs, & i cried when they came
for your uncles, & i wanted revenge when you buried your niece
& i want the world to burn in child’s memory
& i have stood by you in the soft shawl of morning
& still, still, still, still, still, still, still, still, still, somehow, we breathe.
Close

Wat bij de bushalte werd gezegd

de laatste tijd duurt lang

zegt het meisje uit Pakistan, Lahore, om precies te zijn
bij de bushalte als de witte man
haar vraagt waar ze vandaan komt & dan
zegt oh, je komt uit Lahore?
‘t is er daar ernstig aan toe.


       de laatste tijd duurt lang
zegt ze & we kijken elkaar aan & de blik zegt
ja, ook ik wou dat deze witte gast zou ophouden
ons te vragen waar we vandaan komen,
al deze vragen
ontleend aan huid
maar aan de andere kant van die scheve blik
ligt misschien een hand, waar handen niet helpen
een blik om te zeggen, ja, ik weet dat de laatste tijd
ook lang duurt voor jouw mensen
& het spijt me dat de wereld zo goed is ons
te laten voelen dat we voor ruimte moeten vechten
voor onze levens moeten vechten

misschien dat ik projecteer
maar laat me projecteren
ik wil iets zeggen & alleen
zo kan ik het benaderen
al is het maar half

solidariteit is een woord dat in vele monden ligt
ik weet niet zeker wat het in lijve betekent
ik weet dat ik houd van & heb gehuild voor mijn vrienden
hun bruin een ander bruin dan het mijne
dat ik hun dans geleerd & gedanst heb
& proefde hoe hun moeders rijst gebruiken
op andere wijze dan de mijne. ik weet dat ik soms
niet voorbij mijn eigen pijn kan kijken, verder
dan zwart & wit, dat kogels
van al het vlees houden. ik weet niet hoe dit gedicht te schrijven
ik wil iets over ons allemaal zeggen
zonder voor iedereen te spreken, ik wil zeggen
dat ik weet dat het onzinnig is te vergelijken.
       (welk advies heeft de verdronkene voor de verbrande?
       welke roddels bestaan er tussen de gehangene & de begravene?)
& ik wil voorbij die grote afstand reiken
die soms een oceaan is & soms slechts een paar centimeter
& zeggen, kijk. jouw mensen, mijn mensen, alles dat ons gebeurd is
& toch beminnen onder geroeste manen, toch
kinderen van hun moeders oogsten & ze naam geven,
toch leren we ze te dansen, & jouw pijn is niet de mijne
& is niet minder, & ik bid tot mijn god dat jouw god
je met genade zegent, & ik heb jouw eten geproefd & begrijp
hoe het een goed thuis is, & ik ken je taal niet
maar begrijp je zingen, & ik huilde toen ze je ooms
kwamen halen, & ik wilde wraak toen je jouw nicht begroef
& ik wil de wereld gebrand in kindsherinnering
& ik heb je bijgestaan in de zachte shawl van ochtend
& toch, toch, toch, toch, toch, toch, toch, toch, toch, op een of andere wijze, ademen we.

What was said on the bus stop

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère