Poetry International Poetry International
Gedicht

Aurélia Lassaque

Give me a name, Ulysses

She

Give me a name, Ulysses

give me a name so that i can wait for you
i’ll be here, the mirror, there
and we’ll speak of you, i and the other in the mirror
i’ll join her there, a little slant, on the edge of a chair, the way birds do
the ache in my thigh keeps me from losing myself to that side of the mirror

in the morning i’ll wear my earrings
i may even wear them to bed should you surprise me in the night

but if i have no name how will i know which of us, her or me, is waiting?

Geef me een naam, Odysseus

Zij

Geef me een naam, Odysseus

geef me een naam om op je te wachten
ik zal er zijn, er zal een spiegel hangen
en we zullen over jou praten, ik en de ander in de spiegel
ik zal haar daar treffen, altijd een beetje schuins, op de rand van een stoel, zoals vogels
met de pijn in mijn dij om niet te verdwalen aan gene zijde van de spiegel

’s ochtends draag ik mijn oorhangers
misschien houd ik ze zelfs in bed in voor als je me midden in de nacht zou verrassen

maar als ik geen naam heb hoe weet ik dan wie van ons waakt zij of ik?

Elle

Donne-moi un nom, Ulysse

donne-moi un nom que je puisse t’attendre
je serai là, il y aura un miroir
et nous parlerons de toi, moi et l’autre au-dedans du miroir
je la rejoindrai là, toujours un peu de biais, au bord d’une chaise, à la manière des oiseaux
avec la douleur dans ma cuisse pour ne pas me perdre de ce côté du miroir

le matin je porterai mes boucles d’oreilles
je les garderai peut-être même au lit si tu devais me surprendre au milieu de la nuit

mais si je n’ai pas de nom comment savoir qui d’elle ou de moi veille?

Close

Geef me een naam, Odysseus

Zij

Geef me een naam, Odysseus

geef me een naam om op je te wachten
ik zal er zijn, er zal een spiegel hangen
en we zullen over jou praten, ik en de ander in de spiegel
ik zal haar daar treffen, altijd een beetje schuins, op de rand van een stoel, zoals vogels
met de pijn in mijn dij om niet te verdwalen aan gene zijde van de spiegel

’s ochtends draag ik mijn oorhangers
misschien houd ik ze zelfs in bed in voor als je me midden in de nacht zou verrassen

maar als ik geen naam heb hoe weet ik dan wie van ons waakt zij of ik?

Give me a name, Ulysses

She

Give me a name, Ulysses

give me a name so that i can wait for you
i’ll be here, the mirror, there
and we’ll speak of you, i and the other in the mirror
i’ll join her there, a little slant, on the edge of a chair, the way birds do
the ache in my thigh keeps me from losing myself to that side of the mirror

in the morning i’ll wear my earrings
i may even wear them to bed should you surprise me in the night

but if i have no name how will i know which of us, her or me, is waiting?

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère