Poetry International Poetry International
De Declaratie voor Toekomstige Generaties

When my ancestors come to greet me
At the outskirts of the other world,
I will be carrying in my hands, all the bags
Of leaves the wind has brought me
From my neighbor’s yard

When I cross over the threshold into the other 
World, my ancestors will wonder
What it is I am carrying.

(Een fragment van Patricia Jabbeh Wesley)

Wat we dragen, wat ons bindt als dichters, is de verantwoordelijkheid voor onze tradities. Het belang voor het doorgeven van de tradities en de jongere generaties bewust maken van de schouders waarop ze staan. 

De verantwoordelijkheid van de dichter is ook om te documenteren en te archiveren. Om de chroniqueurs te zijn van deze tijd. Om iets zinnigs te zeggen over de wereld. De Poet Laureate van Barbados, Esther Phillips, vertelt dat ze in haar land nog altijd op zoek zijn naar de botten van tot slaaf gemaakte voorouders. 

Er zal een moment zijn waarop wij
de begraafplaatsen vinden van onze voorouders.
Laat ons, op die dagen, zwijgen – 

De botten der waarheid zullen spreken.

Verminkt, gescheurd, versplinterd, gebroken,
deze botten zullen ons meer vertellen dan geschiedenis-
boeken of archieven geschreven voor de duisternis.

Poëzie in deze tijd gaat misschien wel om de botten waar we nog naar op zoek zijn. Die we elk moment kunnen vinden. Die we net hebben gevonden. En die meer vertellen dan de geschiedenisboeken. 

De laureaten en legendes van de verschillende landen die samen zijn gekomen, hebben het tot hun taak gemaakt om enerzijds de geest van het volk te vangen, of een specifiek nationaal imago uit te dagen, de status quo te bevragen. En anderzijds met hun poëzie mensen te laten voelen. 

De ware uitdaging voor dichters is om de chroniqueurs van deze tijd te zijn. Om het verdwijnen van herinnering, het wissen van geschiedenissen tegen te gaan. Zoals de geschiedenis van Oekraïne, die wordt bewaard en bewaakt door dichters. Zoals de oorlog van Liberia, die wordt beschreven in de verzen van de dichters. 

Zolang er oorlogen, dictatuur, religieus extremisme en sociale, raciale en genderonrechtvaardigheid zijn, is poëzie een noodzaak waar we gewoon niet zonder kunnen. Niet alleen in termen van politiek engagement, als een soft power tegenover hard power, maar ook in termen van de troost en plezier die poëzie de lezer of luisteraar geeft. 

We zien de taal veranderen in tijden van catastrofen. Metaforen vallen uit de taal. Soms vraagt de tijd om een heldere, meer realistische taal dan een poëtische. Maar een advies klinkt door: verlies de schoonheid van kunst niet uit het oog terwijl je over pijn schrijft! 

Door wat we de democratisering van poëzie in deze tijd noemen, hebben we de instituties minder nodig. We zien een jongere generatie die hun eigen instituties creëren, hun eigen uitgeverijen en festivals oprichten. De gevestigde orde is er natuurlijk niet voor niks, maar ze is niet meer fundamenteel om het te maken als dichter. Dat biedt een landschap met meer perspectieven, meer stemmen. Dat daagt de noties van wat poëzie is, uit. Dat zorgt voor meer vormen, voor het vieren van die meerstemmig- en meervormigheid. 
Maar ook in de gevestigde orde verandert er iets. Waar de poortwachters eerder de poorten vooral dichthielden, wordt er nu ook door hen geluisterd met andere oren, met andere ogen gelezen en openen ze net zo goed ook die poorten. Ideeën over wat poëzie is, vallen terug op de traditionele waarden, toen poëzie nog vooral gebeurde rondom kampvuren, in tempels en theaters. Als je er nu bij wilt voguen, bij dansen, bij zingen, dan is dat nog net zo poëzie. 

Tegen het gevaar van vergeten blijft publiceren van belang. En natuurlijk is dat ook belangrijk voor de zichtbaarheid. De laureaat van Jamaica, Kwame Dawes, is medeverantwoordelijk voor het publiceren van 150 Afrikaanse dichters in de laatste 20 jaar. Daarvoor had het Westen nauwelijks een idee van Afrikaanse dichters en dichters in de diaspora. Het was niet zo dat ze er niet waren, ha, natuurlijk niet, ze werden alleen niet gepubliceerd. Denk eens even na over de afwezigheid van die 200 dichters. Als de botten die nog niet gevonden zijn. 
De dichters in de diaspora weten hoe belangrijk het is om op te groeien met de stemmen van herkenbare dichters, dichters uit je eigen gemeenschap. Sommigen van ons, ver van het geboorteland van voorouders, gaven toe dat we in onze jongere jaren wel eens ‘black poets’ intypten op Google. Maar dat is door de inspanning in de laatste decennia niet meer nodig. 

Elk land ter wereld zou een laureaat moeten aanwijzen. Om overheden te overtuigen van het belang van poëtische verhalenvertellers voor een land. Omdat dichters denken over de levens, over ervaringen van een volk. Omdat zo ook een cultureel archief aangelegd kan worden. Omdat er meer aandacht ontstaat voor het levend houden van talen zoals het Maltees. Als chroniqueurs van deze tijd. En of je nu een liefdesgedicht schrijft, een gedicht over schoenen, over ijsjes, over de oorlog: schrijf met het sentiment van deze tijd. Ook over de thema’s uit de tijden van vroegere laureaten, zoals kroningen en het begin van de lente: schrijf ze in de huidige context, met het sentiment van nu. Want een gedicht over de lente die soms wel drie keer in een jaar begint, is een politiek gedicht. Maar is niet alles politiek als de dichter haar, zijn, diens mond opendoet?

Een onvermijdelijke vraag: hebben we te vrezen als dichters in deze tijd van technologie? Hoe is het met de angst voor AI en ChatGPT? Een beetje angst is er wel, maar poëzie blijft iets tussen mensen, en daar kan artificiële intelligentie niet tegenop. AI kan alleen iets kunstmatigs produceren. Weten we het zeker? Ja, sommige dichters weten het zeker, poëzie gecreëerd door technologie kan je nooit aan het huilen krijgen.

Is er misschien nog het gevaar, dat we aan het aan het preken zijn voor eigen parochie? Nee, is het antwoord, want het koor is niet homogeen. De parochie is niet één. Ook de dichters niet, poëzie gaat over individuen. Elk individu ziet de wereld op een andere manier. 

Om een toekomstige generatie van dichters te bestendigen, moeten we ook de analfabetisering tegengaan, er moet meer gelezen worden. Door de jeugd maar ook door dichters. Lees, lees, lees klinkt het advies vanuit alle zalen. Lees elkaar, lees alles wat los en vast zit. En niet minder belangrijk, luister, luister. En schrijf, over alles, over elkaar, over de ander, over Grace Jones, de lente, over queer joy. Verlies de schoonheid van kunst niet uit het oog terwijl je over pijn schrijft. Dicht voor de voorouders, voor het nageslacht, draag de tradities mee en uit. Creëer ruimte voor jongere generaties, waar ze gehoord worden, een eigen stem gewaarborgd kan worden, waar gedanst mag worden, waar poëzie gevierd wordt, waar een gemeenschap gevonden kan worden, waar de canon ruimte biedt voor andere, niet-dominante talen. Poëzie blijft bestendig voor de toekomst als we blijven verwonderen en vragen stellen. Blijf graven naar de botten, laat de botten vertellen. Ons leven hangt ervan af. 

Dank aan alle dichters voor jullie gedichten en perspectieven!

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
V Fonds
Fonds21
VSB fonds
Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen
Volkskracht
Literatuur Vlaanderen
DigitAll
Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Suriname
Erasmusstichting
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Prins Bernhard cultuurfonds
Lira fonds
Versopolis
J.E. Jurriaanse
Gefinancierd door de Europese Unie
Elise Mathilde Fonds
Stichting Verzameling van Wijngaarden-Boot
Veerhuis
VDM
College Fine and applied arts - University Illinois
Rotterdam festivals