Poetry International Poetry International
Dichter

Mona Kareem

Mona Kareem

Mona Kareem

(Koeweit, 1987)
Biografie

Mona Kareem (Koeweit, 1987), gevestigd in New York, is schrijver, vertaler en docent. Kareem heeft drie Arabische poëziebundels op haar naam staan: Naharaat maghsūla bi Ma-e el ’atash (2002), Ghiyab bi asabi’ mabthūra (2004) en Ma anamū min adjlihi el yaum, (2016), twee vertalingen, waaronder Instructions Within van Ashraf Fayadh, dat werd genomineerd voor de Best Translated Book Award, en vele essays en artikelen. Haar werk is vertaald in negen talen. Ze is gepromoveerd in vergelijkende literatuurwetenschap aan de State University of New York, Binghamton, waar ze ook les heeft gegeven, net als aan Rutgers University en de City University of New York. Ze ontving in 2021 een literaire subsidie van de National Endowment for the Arts.

Kareem schrijft boeiende en beeldende kleine portretten van dagelijkse situaties. Haar werk kenmerkt zich door eenvoudig taalgebruik. Haar korte regels stijgen uit boven plaats en taal. Zoals in het gedicht ‘Sterven als standbeeld’ uit haar laatste bundel:
‘Je zit in een vliegtuig omringd door zwarte soldaten/slapend en dromend van Irakezen die ze moesten vermoorden’. En later in het gedicht: ‘Weet je/ dat je hart alleen klopt/ dat geen enkele belofte gered kan worden nadat we de oceaan oversteken.’

Kareem adresseert in haar werk een thema dat ik graag ‘fluïde identiteit’ noem en dat zo kenmerkend is voor kunstenaars die hun wortels elders hebben liggen dan de plaatsen waar zij wonen. Voor deze kunstenaars is identiteit een concept dat aan verandering onderhevig en maakbaar is. Zo schrijft ze: ‘Ik wil mezelf als mijn kleding kunnen verwisselen/ in alle eenvoud/ ik zou tegen mezelf willen demonstreren.’ Een interessant feit om te weten is dat Kareem een Bedoon is, oftewel stateloos.

Kareem onderwerpt zichzelf aan een kritisch zelfonderzoek, ze stelt haar wezen im frage. Het slotgedicht van haar laatste bundel heet ‘Mona Kareem’ en eindigt met deze woorden: ‘Waar is Mona Kareem gebleven/ in de drukte van vrienden/ waar is zij heen gevlucht/ het lijkt erop dat ze zichzelf is gaan zoeken.’ Bij haar kritische visie hoort ook een feministische blik op haar omgeving: zo lezen we in ‘Kumari’ waarin zij spreekt tot een werkster in een van de golfstaten: ‘Misschien word je genoodzaakt de zoon te helpen/ zijn seksuele behoeftes te ontdekken/ of je zelfs op te offeren/ vanwege de fysieke gebreken van vader/ in beide gevallen, ren niet naar het politiebureau/daar komen alle vaders en zonen vandaan.’
 
Mona Kareem is een veelzijdig schrijver die zichzelf steeds opnieuw probeert te herontdekken en zoals ze zelf in een interview met Al Hayat zegt: ‘Poëzie is een middel om jezelf en de wereld om je heen te onderzoeken en te bevatten.’

© Nisrine Mbarki (Translated by Florian Duijsens)
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère