Poetry International Poetry International
Dichter

Maarten van der Graaff

Maarten van der Graaff

Maarten van der Graaff

(Nederland, 1987)
Biografie
Met de regel ‘enorme enorme ruimte’ opende Maarten van der Graaff zijn debuutbundel Vluchtautogedichten (2013). In de ruim vijftig pagina’s die erop volgen, schetst, schildert en kladt hij die ruimte met een haast onafgebroken woorden- en beeldenstroom naar hartenlust vol. Lucide notities en absurde scènes wisselen elkaar af, een gedachteflard kan uitgroeien tot een heel verhaal, of een losse flard blijven, of zelfs in z’n tegendeel omslaan, want zoals het in ‘De atleet vertrouwt zijn sprong’ heet: ‘Alleen fascisten spreken zichzelf nooit tegen’. Schipperend tussen jeugdige overmoed en oeverloze verveling probeert Van der Graaff uitdrukking te geven aan ‘hoe moe alles is’, en tegelijk hoe ‘veelgeurig en / nutteloos en licht’. Het levert sterk uitwaaierende gedichten op die ervan getuigen hoe het is om precies nu te leven en lezen. Om je daarin bij tijd en wijle kapot te vervelen. Om niet op te houden te hopen op, misschien zelfs te geloven in, meer. ‘Ik houd van vraagtekens die allesbehalve diepzinnig zijn. Kan ik gaan?’ 
In 2014 werd Vluchtautogedichten bekroond met de C. Buddingh’-prijs voor nieuwe Nederlandstalige poëzie. De jury noemde hem ‘een uiterst beweeglijke en vindingrijke dichter’, en roemde ‘de spankracht van Van der Graaffs gedichten, qua compositie, woordenschat en thematiek’. Na de uitreiking van deze prijs, tijdens het Rotterdamse Poetry International Festival, vroeg een journalist van dagblad Trouw hem: ‘Bluf, branie en bravoure is een goede grondhouding voor debuterende dichters,’ vond de jury. Bent u zo’n literaire lefgozer? Van der Graaffs antwoord is even spontaan als afgewogen: ‘Kennelijk wordt wat ik doe als lefgozerig ervaren. Ik neem inderdaad geen blad voor de mond en ben wel direct. En ik ben een veelschrijver. Ik schrijf snel en veel en gooi ook veel weg. Maar wat voor type dichter ik ben… In ieder geval ben ik een dichter die het allemaal nog niet zo goed weet. Ik weet nog niet goed welke richting mijn werk opgaat, ik ben nog veel meer op zoek, dan dat “branie en bravoure” suggereert.’
 
Halverwege 2015 zette Van der Graaff zijn zoektocht voort met zijn tweede bundel, Dood werk. Ook hierin staat de dichter met beide benen in de huidige tijd en doet hij zonder blad voor de mond verslag van zijn bevindingen. Zijn toon is illusieloos en zelfverzekerd. In ‘Lijsten’ (de ene helft van de bundel) en ‘Geklokte gedichten’ (de andere helft van de bundel) probeert hij enige samenhang aan te brengen in de hem omringende werkelijkheid en zijn leven. Die onderneming is even heikel (‘De vorm van mijn bestaan openbaart zich nu/ als kruimelige feitelijkheid,’ schrijft hij ergens), als noodzakelijk, want er is ‘een sociale ruimte die ik niet begrijp./ Ik wil schrijven voor wie zich/ daarin begeven.’ 
 
Naast dichter is Van der Graaff redacteur en medeoprichter (met Frank Keizer) van het online literair tijdschrift Samplekanon en docent Creative Writing aan de ArtEZ Hogeschool voor de kunsten in Arnhem.
© Thomas Möhlmann (Translated by Lodewijk Verduin)
Bibliografie
 
Poëzie
Dood werk. Atlas Contact, Amsterdam, 2015
Vluchtautogedichten. Atlas Contact, Amsterdam, 2013. Winnaar, C. Buddingh’-prijs, 2014
 
Links
Online literair tijdschrift Samplekanon (Nederlands)
Essay over Nederlandse poëzie door Maarten van der Graaff en Frank Keizer: Deel 1 and Deel 2
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère