Poetry International Poetry International
Dichter

Philip Nikolayev

Philip Nikolayev

Philip Nikolayev

(USSR, 1966)
Biografie
Philip Nikolayev werd geboren in Moskou en bracht zijn jeugd door in Rusland en Moldavië. Hij groeide tweetalig op en spreekt zowel Engels als Russisch. In 1990 immigreerde hij naar de Verenigde Staten en tegenwoordig woont hij in Cambridge, Massachusetts. Hij publiceerde de bundels Dusk Raga (1998), Monkey Time (2003) en Letters from Aldenderry (2006). Hij is getrouwd met de dichteres Katia Kapovich. Samen met haar richtte hij het tijdschrift Fulcrum op, een tijdschrift voor poëzie en esthetica. Voor zijn bundel Monkey Time ontving hij in 2001 de Verse Prize.
Nikolayev maakt in zijn poëzie gebruik van uiteenlopende vormen. Hij beoefent niet alleen het vrije vers, maar schrijft ook rijmende gedichten, onder meer sonnetten. Hij initieerde zelf ook een nieuwe vorm: het ‘ommuurde sonnet,’ waarbij hij om het sonnet heen een in vrije versvorm gegoten tekst metselt met een aanvullende en becommentariërende werking, zoals het gedicht ‘De les van Diotima’. Maar het meest typerend voor zijn poëzie is toch het vrije, breeduit meanderende gedicht, dat spontaan lijkt te zijn opgezet en op lichtvoetige en bijtijden geestige wijze grote menselijke thema’s belicht.

Zo wordt in het gedicht ‘De kunst van het vergeten’, afkomstig uit Letters from Aldenderry, het thema van de menselijke herinnering op een speelse en associatieve manier aan de orde gesteld. De dichter vangt aan met een achteloze verwijzing naar zijn eigen verstrooidheid: ‘Gisteravond kookte ik per ongeluk mijn sokken/ in de magnetron.’ Maar gaandeweg wordt er abstracter geschut ingezet: ‘We vechten voor onze herinneringen, de waarheid zoals die zich eens voordeed./ Maar om ons iets te herinneren moeten we ook weer, iets vergeten, een andere waarheid.’ En ineens bevinden we ons midden in de Sovjet-Unie, omdat Nikolayev de herinnering aan zijn grootmoeder ter sprake brengt, die de terreur van het dialectisch materialisme probeerde te vergeten door de Bijbel te lezen.

Nikolayev heeft het geregeld over zijn jeugdjaren, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Een hang naar zwerven’, waarin hij beschrijft hoe hij als vierjarig jongetje met een vriendje door de stad Chisinau zwerft, in de context van ‘die grootste paradox van allemaal –/ een gelukkige Sovjet-kindertijd.’ Vaak lijkt hij er op uit om de grofkorrelige rommeligheid van het leven zelf te betrappen, die voortdurend aanleiding geeft tot verrassende beschouwelijke wendingen. Zoals in het gedicht ‘Adelaars,’ waarin de waarneming van twee unieke vogels zich plotseling paart aan argwaan. Zouden het soms vermomde drones zijn? Het kenmerkt de dichter dan weer dat hij de griezelige vraag stelt in lichte, komische bewoordingen: ‘Ik vroeg me af of ze kleine/ bewakingscamera’s aan boord hadden,’ lezen we, ‘die konden scannen wat ik las:/ ‘Shakespeare en de pathos van de uitweiding.’
© Jabik Veenbaas (Translated by Michele Hutchison)
Bibliografie

Letters from Aldenderry, Salt Publishing, Londen, 2006
Monkey Time, Wave Books, Seattle, 2004
Dusk Raga, The Writers Workshop, Calcutta, 1998
Artery Lumen, Barbara Matteau Editions, Cambridge, 1996

Links
FULCRUM magazine
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère