Poetry International Poetry International
Dichter

William Cliff

William Cliff

William Cliff

(België, 1940)
Biografie
William Cliff werd in 1940 geboren in het Waalse stadje Gembloux. Aan de universiteit van Namur (Namen) studeerde hij Spaans en Catalaans. De kennismaking met het werk van de Catalaanse dichter Gabriel Ferrater (1922-1972), van wie hij later ook twee bundels zou vertalen, was voor Cliff van beslissende betekenis. Bij Ferrater ontdekte hij de mogelijkheid een modern, spreektalig idioom te koppelen aan strakke, klassieke versvormen, en vóór alles dicht bij de eigen ervaring te blijven, een waarachtigheid nastrevend die wars is van – en graag de spot drijft met – onze burgerlijke en poëtische fatsoensnormen.
Vanaf Cliffs debuut, Homo Sum (1973), dat op voorspraak van Raymond Queneau bij uitgeverij Gallimard verscheen, waren thematisch en formeel de hoofdlijnen gegeven van een oeuvre dat zich sindsdien in ruim twintig dichtbundels ontvouwde als het dagboek van een anarchistische bard: Cliff lezen is in telkens nieuwe vormen en episoden de onverwisselbare, ietwat gruizige stem horen van een vrijgezel en vrijbuiter die sinds het begin van de jaren zeventig vanuit zijn thuisbasis, een zolderverdieping aan de Brusselse Kolenmarkt, lange zwerftochten maakte door Europa, Azië en Noord- en Zuid-Amerika en die als zestiger nauwelijks verzoenlijker en zeker niet minder verscheurd, sentimenteel, levenshongerig, sardonisch, Brussels en Cliffiaans klinkt dan dertig jaar geleden. Zijn vanaf zijn eerste bundel onverbloemd beleden homoseksualiteit verleende hem in kleinere kring wellicht de status van een culthero, maar Cliff betitelen als een typisch ´roze dichter´ zou even simplistisch zijn als Jacques Brel afdoen als een `heterochansonnier'.

De selectie die Cliff voor dit festival maakte is afkomstig uit zijn meest recente bundel, Immense existence (Gallimard, 2007), waarvan `le tram de Nantes' het openingsgedicht is, en `l'espèce humaine' het besluit.  Opvallend in deze bundel is de lossere, quasi-achteloze manier waarop met ritme en rijm wordt omgesprongen, zodat Cliffs verzen meer dan ooit klinken als de natuurlijke, ongedwongen taal van iemand die `'t alexandrijn hanteert zoals men zich de neus krabt/ als tijdverdrijf...`.

Wie zich door zijn soms rauwe, bewust bruuskerende ironie op het verkeerde been laat zetten en meent dat dit alles een postmoderne pose is, zal zich, dunkt me, op zijn laatst bij het luisteren naar Cliffs grandioze voordracht realiseren dat de traditie van Villon, Verlaine en Rimbaud (de in Charleville geboren `Adolescent' uit het gedicht `Charleville - Mézières') ook in de eenentwintigste eeuw nog springlevend is.
© Maarten Elzinga (Translated by John Irons)
Beknopte bibliografie

Homo sum (1973)
Écrasez-le (1976)
America (1983)
En Orient (1986)
Conrad Detrez (1990)
Fête Nationale (1992)
Journal d’un Innocent (1996 )
Adieu patries (2001)
Le Passager (roman , 2003)
Passavant la Rochère (2004)
L’Adolescent (roman , 2005)
Le Pain quotidien (2006)
Immense Existence (2007)
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère