Poetry International Poetry International
Gedicht

Maurice Gilliams

DYING IN ANTWERP

The stone angel on the Cathedral elevates
his scales at midnight for those who collapse.
The army of lice is cracking. Pissing cats
in draftless winding alleys.

Flattened on the knolls of silence,
full-fledged under a rind of sleep, curdled
the laryngeal blood, the skull plucked
bald, the smelly Cocks of torment lie.

Here the rosary’s beads are futile;
no mystery remains of flesh and bones
where in emptiness emptiness resides.

The town of streets and the house of rooms:
woe, leave the clock alone. Drink wine, count gold.
The dirt rots underground. Don’t pray for skeletons.

STERVEN TE ANTWERPEN

STERVEN TE ANTWERPEN

De stenen engel aan de Cathedraal
heft zijn balans te middernacht voor die bezwijken.
Het heir der luizen kraakt. De katten zijken
in kromme gangen waar geen tocht door jaagt.

Gelegerd op de terpen van het zwijgen,
ten voeten uit onder een schors van slaap,
het strottenbloed gestremd, de schedel kaal
geplukt, stinken de Hanen van het lijden.

Hier gaan de kralen van de rozenkrans verloren;
van huid en haar geen raadsel overblijft
waar ledigheid in ledigheid wil wonen.

Het huis van kamers en de stad van straten:
ai, laat de klok met rust. Telt goud, drinkt wijn.
Het vuil rot ondergronds. Bidt niet voor het geraamte.
Maurice Gilliams

Maurice Gilliams

(België, 1900 - 1982)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit België

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Nederlands

Gedichten Dichters
Close

STERVEN TE ANTWERPEN

De stenen engel aan de Cathedraal
heft zijn balans te middernacht voor die bezwijken.
Het heir der luizen kraakt. De katten zijken
in kromme gangen waar geen tocht door jaagt.

Gelegerd op de terpen van het zwijgen,
ten voeten uit onder een schors van slaap,
het strottenbloed gestremd, de schedel kaal
geplukt, stinken de Hanen van het lijden.

Hier gaan de kralen van de rozenkrans verloren;
van huid en haar geen raadsel overblijft
waar ledigheid in ledigheid wil wonen.

Het huis van kamers en de stad van straten:
ai, laat de klok met rust. Telt goud, drinkt wijn.
Het vuil rot ondergronds. Bidt niet voor het geraamte.

DYING IN ANTWERP

The stone angel on the Cathedral elevates
his scales at midnight for those who collapse.
The army of lice is cracking. Pissing cats
in draftless winding alleys.

Flattened on the knolls of silence,
full-fledged under a rind of sleep, curdled
the laryngeal blood, the skull plucked
bald, the smelly Cocks of torment lie.

Here the rosary’s beads are futile;
no mystery remains of flesh and bones
where in emptiness emptiness resides.

The town of streets and the house of rooms:
woe, leave the clock alone. Drink wine, count gold.
The dirt rots underground. Don’t pray for skeletons.
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère