Poetry International Poetry International
Gedicht

Annemarie Estor

The Garden of Duende and Maqaam

The path has been made ready.

The well into which I must go
has sheer walls.

And it's you I've chosen
to push me in.

It's at the bottom of the garden,
just past the azaleas.

Welcome,
dear friend.

Welcome,
you can come here any time,
even afterwards.

Take my water.
Take my sleep.

I no longer need it
now I have you.

In my garden, your voice disseminates
scents of trees and brambles
curious curtains forever caressing me.

You sing maqaam after maqaam
like an incensory
in the September sun.

And hum hazily before me
as you set out the traps
into which I will tumble, blinded by fear
of losing you

You plant the funnels of jealousy
and the retorts of alone
between the cockscombs
and the sweet Williams
and lullaby to lure me.

Behind the flowerbeds
is the furiously-reeking compost heap:
scraps of brain tissue
and discarded ventricles.

Cabbage whites flutter
to and fro through your carbon dioxide emissions.

And if I listen carefully
I can hear the colour of your lungs.

Oh dearest friend,
push now,
now.


De tuin van duende en maqaam

De tuin van duende en maqaam

Het pad is voorbereid.

De put waar ik in moet
heeft steile wanden.

En ik heb jou uitgekozen
om mij erin te duwen.

Hij ligt achterin de tuin,
achter de azalea’s.

Welkom,
lieve vriend.

Welkom,
je mag hier altijd komen,
ook daarna.

Neem mijn water. 
Neem mijn slaap.

Ik heb het niet meer nodig
nu ik jou heb.

Je stem verspreidt in mijn tuin
aroma’s van bommen en bramen,
grillige gordijnen die mij altijd aaien.

Je zingt maqaam na maqaam
als een wierookvat
in de zon van september. 

En neuriet nevelig voor me
wanneer je de vallen uitzet
waar ik in zal tuinen, blind van angst
je te verliezen.

Je zet de trechters van de jaloezie
en de erlenmeyers van ‘t alleen
tussen de hanenkammen
en het duizendschoon
en zingt om mij te lokken.

Achter de bloembedden
geurt driftig de storthoop:
resten van hersenvliezen
en afgedankte hartkamers.

Koolwitjes dwarrelen
dwars door je koolstofemissies.

En als ik goed luister
hoor ik de kleur van je longen.

O liefste vriend,
duw nu,
nu.  

Annemarie Estor

Annemarie Estor

(Nederland, 1973)

Landen

Ontdek andere dichters en gedichten uit België

Gedichten Dichters

Talen

Ontdek andere dichters en gedichten in het Nederlands

Gedichten Dichters
Close

De tuin van duende en maqaam

Het pad is voorbereid.

De put waar ik in moet
heeft steile wanden.

En ik heb jou uitgekozen
om mij erin te duwen.

Hij ligt achterin de tuin,
achter de azalea’s.

Welkom,
lieve vriend.

Welkom,
je mag hier altijd komen,
ook daarna.

Neem mijn water. 
Neem mijn slaap.

Ik heb het niet meer nodig
nu ik jou heb.

Je stem verspreidt in mijn tuin
aroma’s van bommen en bramen,
grillige gordijnen die mij altijd aaien.

Je zingt maqaam na maqaam
als een wierookvat
in de zon van september. 

En neuriet nevelig voor me
wanneer je de vallen uitzet
waar ik in zal tuinen, blind van angst
je te verliezen.

Je zet de trechters van de jaloezie
en de erlenmeyers van ‘t alleen
tussen de hanenkammen
en het duizendschoon
en zingt om mij te lokken.

Achter de bloembedden
geurt driftig de storthoop:
resten van hersenvliezen
en afgedankte hartkamers.

Koolwitjes dwarrelen
dwars door je koolstofemissies.

En als ik goed luister
hoor ik de kleur van je longen.

O liefste vriend,
duw nu,
nu.  

The Garden of Duende and Maqaam

The path has been made ready.

The well into which I must go
has sheer walls.

And it's you I've chosen
to push me in.

It's at the bottom of the garden,
just past the azaleas.

Welcome,
dear friend.

Welcome,
you can come here any time,
even afterwards.

Take my water.
Take my sleep.

I no longer need it
now I have you.

In my garden, your voice disseminates
scents of trees and brambles
curious curtains forever caressing me.

You sing maqaam after maqaam
like an incensory
in the September sun.

And hum hazily before me
as you set out the traps
into which I will tumble, blinded by fear
of losing you

You plant the funnels of jealousy
and the retorts of alone
between the cockscombs
and the sweet Williams
and lullaby to lure me.

Behind the flowerbeds
is the furiously-reeking compost heap:
scraps of brain tissue
and discarded ventricles.

Cabbage whites flutter
to and fro through your carbon dioxide emissions.

And if I listen carefully
I can hear the colour of your lungs.

Oh dearest friend,
push now,
now.


Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère