Poetry International Poetry International
Gedicht

Eugenijus Ališanka

GODBONE

the father died didn’t leave a will the son took the body to the ruins of the mill on the hill and left it and then received a sign three days three nights the sky was choked with dust until silence settled and gold separated from silver silver from copper hawks dogs and rats divvied up the copper coins silver was scoured by the acid of the sun the son packed the gold into his mother’s hand-woven sack and left for vilnius a middle-aged man walked around repeatedly opening and shutting doors in search of luck and not finding any he showed the father’s gold to goldsmiths and craftsmen to rich jews and lowlife pimps one bought a shinbone for a flute another fingerbones for a bracelet a third chap got a good deal on a pelvic bone for his daughter’s wedding the fourth one bought some but didn’t say what for and so left with just the skull on cold nights he’d curl up stuffing the sockets with newspapers and then sleep like a baby in its womb without any dreams and myself I bought one bone but don’t know its name neither me nor my son he calls it godbone

GODSBEEN

een vader stierf liet geen testament na zijn zoon droeg het lichaam de berg op naar de ruïne van een molen bleef daar wachten op een teken drie dagen drie nachten de hemel beloofde storm toen werd het stil en goud scheidde zich af van zilver zilver van koper wouwen honden en ratten verdeelden koperen munten het zilver werd verteerd door het zuur van de zon het goud stak de zoon in een door zijn moeder geweven lijnwaden zak en zo ging hij naar vilnius een middelbare man die de deuren langsging op zoek naar geluk maar zonder het te vinden hij toonde zijn vaders goud aan juweliers en stielmannen rijke joden en souteneurs een van hen kocht een scheenbeen voor een fluit een andere vingerkoten voor een armband een derde tikte een heupbeen op de kop voor het huwelijk van zijn dochter een vierde kocht alles zonder te zeggen waarvoor alleen de schedel bleef over in de koude nacht rolde hij zich op stopte de oogkassen vol met kranten en als een kind in de schoot sliep hij droomloos en ik kocht een bot maar ik weet niet hoe het heet ik niet en ook mijn zoon niet hij zegt een godsbeen

DIEVAKAULIS

tėvas mirė nepaliko testamento išnešė sūnus kūną į malūno griuvėsius ant kalno ir paliko ir sulaukė ženklo tris dienas tris naktis dangus maišės su žeme kol tylai stojus auksas atsiskyrė nuo sidabro sidabras nuo vario pesliai šunys ir žiurkės išsidalijo vario monetas sidabrą išgraužė saulės rūgštis auksą sūnus susikrovė į motinos austą drobės maišą ir išėjo į vilnių ėjo pusamžis vyras varstydamas duris ieškodamas laimės neradęs rodė tėvo auksą juvelyrams ir amatininkams turtingiems žydams ir barų suteneriams vienas nusipirko blauzdikaulį fleitai kitas pirštikaulius apyrankėms trečias pusvelčiui išsiderėjo dubens kaulą dukros vestuvėms ketvirtas taip ir nepasakęs kam viską išpardavė pasiliko sau tik kaukolę šaltom naktim susiraitydavo užkimšęs laikraščiais akiduobes ir kaip kūdikis įsčiose miegodavo nesapnuodamas ir aš pirkau vieną kaulą bet nežinau kaip jis vadinas nei aš nei mano sūnus jis sako dievakaulis
Close

GODSBEEN

een vader stierf liet geen testament na zijn zoon droeg het lichaam de berg op naar de ruïne van een molen bleef daar wachten op een teken drie dagen drie nachten de hemel beloofde storm toen werd het stil en goud scheidde zich af van zilver zilver van koper wouwen honden en ratten verdeelden koperen munten het zilver werd verteerd door het zuur van de zon het goud stak de zoon in een door zijn moeder geweven lijnwaden zak en zo ging hij naar vilnius een middelbare man die de deuren langsging op zoek naar geluk maar zonder het te vinden hij toonde zijn vaders goud aan juweliers en stielmannen rijke joden en souteneurs een van hen kocht een scheenbeen voor een fluit een andere vingerkoten voor een armband een derde tikte een heupbeen op de kop voor het huwelijk van zijn dochter een vierde kocht alles zonder te zeggen waarvoor alleen de schedel bleef over in de koude nacht rolde hij zich op stopte de oogkassen vol met kranten en als een kind in de schoot sliep hij droomloos en ik kocht een bot maar ik weet niet hoe het heet ik niet en ook mijn zoon niet hij zegt een godsbeen

GODBONE

the father died didn’t leave a will the son took the body to the ruins of the mill on the hill and left it and then received a sign three days three nights the sky was choked with dust until silence settled and gold separated from silver silver from copper hawks dogs and rats divvied up the copper coins silver was scoured by the acid of the sun the son packed the gold into his mother’s hand-woven sack and left for vilnius a middle-aged man walked around repeatedly opening and shutting doors in search of luck and not finding any he showed the father’s gold to goldsmiths and craftsmen to rich jews and lowlife pimps one bought a shinbone for a flute another fingerbones for a bracelet a third chap got a good deal on a pelvic bone for his daughter’s wedding the fourth one bought some but didn’t say what for and so left with just the skull on cold nights he’d curl up stuffing the sockets with newspapers and then sleep like a baby in its womb without any dreams and myself I bought one bone but don’t know its name neither me nor my son he calls it godbone
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère