Poetry International Poetry International
Artikel
New Dutch Poets

Uitdagingen, obsessies en fascinaties

16 juni 2020
Het zijn uitdagende tijden voor de wereld en dus ook voor de kunst en voor de poëzie. Debatten die zich centeren rondom kwesties als het klimaatprobleem, migratiestromen, seksueel misbruik, racisme en discriminatie op grond van gender en sekse, spelen zich af in het hart van de maatschappij, en de gewone burger neemt via sociale media actief deel aan deze debatten. De burger is met andere woorden een politieke factor geworden, de individuele stem wordt gehoord. Een begrip dat in dit verband steeds weer opduikt, is ‘identiteit’: wat is een ‘nationale’ identiteit, wat is een natie? Wie of wat ben ik, als uniek individu, wie wil ik zijn of worden en hoe vloeibaar is mijn ‘ik’? Wat is mijn overtuiging, wat is mijn geschiedenis en met welk verleden wil ik mij associëren? Veel jonge kunstenaars, theatermakers, schrijvers en dichters, die zich uiteraard niet buiten maar middenin die snel veranderende actualiteit bevinden, lijken zich op de een of andere manier expliciet met deze vragen bezig te houden.
Hoe schrijf je poëzie die niet alleen draait om vorm en om stijl, om de taal en om het ambacht, maar die ook relevant is, en allerlei urgente kwesties bij de horens vat? In het Nederlandse taalgebied kiest een toenemend aantal jonge dichters voor de persoonlijke leefwereld en de eigen blik als vertrekpunt – geen wonder dat ook in Nederland een genre als spoken word een groeiende populariteit kent. Het resultaat is een type poëzie met een sterk narratief karakter. Individuele gedichten vertellen in onderlinge samenhang een verhaal waarin het lyrische, het prozaïsche en het essayistische nadrukkelijk naast en door elkaar bestaan. In enkele gevallen worden bundels zelfs nadrukkelijk als ‘onderzoek’ gepresenteerd. Dat wil niet zeggen dat men kiest voor de autobiografische invalshoek, maar wel dat het individuele verhaal wordt verkozen boven universele, zogenaamd algemeen geldige waarheden.
Veel nieuwe poëzie lijkt doordrongen van het inzicht dat de macht en de kennis van het subject in alle opzichten beperkt is, maar dat je dat inzicht vervolgens kan problematiseren in de poëzie die je schrijft. De lezer wordt aangespoord om actief mee te denken en te kijken.

Het is een opvallende tendens in de nieuwe poëzie, maar uiteraard is dat niet het hele verhaal. De poëzie bloeit als nooit tevoren, en juist haar diversiteit laat dat zien. Toegankelijke poëzie staat naast de nog altijd bloeiende hermetische traditie, politieke en maatschappijkritische gedichten staan naast apolitiek werk. Een aantal jonge dichters schrijft ambitieuze, meanderende en woordrijke gedichten vol gevatte beelden en vergelijkingen, andere dichters zijn bedrijvig op de korte baan. De ene dichter blijft in de buurt van de spreektaal, een andere maakt de alledaagse taal opnieuw vreemd. De ene aanpak lijkt niet langer populairder, succesvoller of meer geprezen dan de ander – de tijd van duidelijk overheersende modes is, voorlopig althans, voorbij.

Daarbij is de dichter al lang niet meer voornamelijk wit en man, maar al hoe meer vrouw en gekleurd, met een achtergrond die niet enkel Nederlands is. Ook dat levert nieuwe verhalen op, opwindende poëzie die op veel bijval kan rekenen.
Ja, de Nederlandse poëzie is aldoor in beweging, maar lijkt met een flink aantal nieuwe, jonge dichters ook echt een andere weg in te slaan, een weg die past bij de uitdagingen, obsessies en fascinaties van deze complexe eenentwintigste eeuw.

Download de PDF NEW DUTCH POETS.
© Alfred Schaffer
Bron: Dutch Foundation for Literature
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère