Poetry International Poetry International
Dichter

Zheng Xiaoqiong

Zheng Xiaoqiong

Zheng Xiaoqiong

(China, 1980)
Biografie
Zheng Xiaoqiong is geboren in Nanchong, een stad in de westelijke provincie Sichuan. Na haar opleiding tot verpleegkundige werkte ze enige tijd in een plaatselijk ziekenhuis, maar uit onvrede met de werkomstandigheden vertrok ze in 2001. Ze ging naar Dongguan, een van de grote industriecentra in het zuiden, tussen Kanton en Shenzhen, waar vele migrantenarbeiders uit China in de loop der jaren zijn neergestreken in de hoop op een beter leven. Daar werkte ze in verschillende fabrieken aan de lopende band. Na enige tijd begon ze gedichten te schrijven, waarin het leven van de industriearbeiders een grote rol speelt. Al snel werd haar werk opgemerkt. Rond 2007 brak ze echt door en inmiddels heeft ze al zo’n tien dichtbundels gepubliceerd, vele prijzen gewonnen en is haar werk in vele talen vertaald.
Haar werk, dat zich stilistisch kenmerkt door sterke tegenstellingen, personificaties, afgebroken zinsneden, geeft haarscherpe observaties. IJzer is waarschijnlijk het beeld waarmee de poëzie van Zheng Xiaoqiong het meeste is geassocieerd. Dat harde, koude, scherpe en vaak ook geroeste ijzer vertegenwoordigt machines en fabrieken, de mechanisatie van de maatschappij. Haar hier vertaalde gedichten laten zien hoe de mens zelf door de enorme industrie tot een onderdeel van de machinerie wordt gemaakt: naamloos, een nummer aan een lopende band, zonder rechten.

Tegenover die ontmenselijking stelt Zheng Xiaoqiong de kwetsbaarheid, de onzekerheid en de gefragmenteerdheid van de mensen, die door de omstandigheden, te lange werkdagen, de continue herhaling van dezelfde beweging, giftige stoffen et cetera lijden aan chronische vermoeidheid, ernstige beroepsziektes, heimwee – ze verkeren in een hopeloze situatie. Zowel lichamelijk als geestelijk wordt de mens door het ijzer vermorzeld tot hij zelf als het ware gevoelloos ijzer wordt, want wie wil overleven in die wereld mag niet kwetsbaar zijn.
“Het kan zijn dat ik nogal pessimistisch ben over verleden en toekomst,” schrijft Zheng Xiaoqiong naar aanleiding van het thema van het festival van dit jaar. Wie dit werk leest zal dat niet verbazen.
© Silvia Marijnissen (Translated by Florian Duijsens)

Zheng XIaoqiong's poetry exploded on the Chinese literary scene when it won the Liqun Literature Award from Peoples’ Literature in 2007. The impact was strong – not simply because few had heard of her, but because she lives and works as a migrant worker and writes poetry so startlingly beautiful, vulnerable, and powerful, that nearly each poem stops one’s breath mid-line. While some critics have tried to pigeonhole her as a model “migrant worker poet,” her poetry defies the aesthetic expectations this label often implies.

At one level her work depicts the painful vulnerability of migrant workers within the grist of factory life, but she does so within a kind of industrial pastoral where machines, fire, and, above all, iron convulse into a terrifying sublime. Stylistically her work is quite complex – readers often confront a great deal of enjambment and ambiguity in and between the lines, as well as copious references to Classical Chinese history, literature, and philosophy that make her work hard if not impossible to categorize.

Born in rural Sichuan in 1980, Zheng Xiaoqiong (郑小琼) moved to Dongguan City in southern Guangdong Province as a migrant worker in 2001 and began to write poetry during a six-year stint in a hardware factory. Critic Zhang Qinghua has discussed Zheng’s work in more detail in his essay ‘Who Touches the Iron of the Age: On Zheng Ziaoqiong’s Poetry’ in Chinese Literature Today vol. 1, no. 1 (2010), 31–34. The sampling here may eclipse her efforts, but the poems give a taste of her broad themes and concerns and language play.

For detailed discussion of her work, please refer to this new essay by Professor Zhou XIaojing from Pacific University in the USA.

© Jonathan Stalling
from New Cathay: Contemporary Chinese Poetry, edited by Ming Di (Tupelo Press, co-published by Poetry Foundation, USA, 2013)
Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère