Poetry International Poetry International
Gedicht

Julian Talamantez Brolaski

SLOUGHING OFF THE GENTLEMANLY SPORTS

HET AFWERPEN VAN DE BESCHAAFDE SPORTEN

Waarom de vos zo grijpgraag naar de sterren reikt,
Bedelend als jongens?  Ik wou die lelie helemaal
Vergulden, tot hij niet meer op viriele Ares lijkt
Maar als mietje onder de margrietjes telt,
De klaproos der verwelkende kelk.
Want, kom in de armen waar je toch moet zijn
Een meesterzet bij het idee van dit bestieren,
Geflonker int donker met zang van serpentijn—
Aan het lichtgevende tij mag ik me verlustigen.
 
O hou me tegen vlak voor het voorportaal—
Voor wie en in welk habijt ik spreek
Ik zag ze mij bespotten met hun vlees.
Iemands kooi is pijnlijk los aan het komen,
Luidruchtig ijdel verwordt tot voze dromen—
Zo kronkelt de perplexe dronkenlap van xen
En leer ik het echte, of word erdoor geleerd,
En ga me gang met het Italiaanse model
De enige zomerdouche mano a mano.
 
Het spreekwoordelijke aantal engelen
Dat had gepast op een speldenkop
Is aan het jengelen tegen de talloze hoeken,
Het glazige doolhof dat om ons is gesteld
Maakt geen einde aan de doler die ik ben.
De zwanenpluim, de voedselpluim, mijn grieven
Nepneuken spoedig de gebunderde mannequin—
En wij—in moordend tempo deroberen nu en hier
Dit strontlinke idée fixe en zijn yahoo-geliefde.
 
Fictief geboomte ruwt de deining van mijn cape,
Allerhande minnaars storten zich vergapend neer.
Op het titelblad worden de vissen voortgesleept
In jouw bladerrijke woordrijke snelheid.
Je fluistert: Londen heeft voor mij geen mist meer
Zijnde, mijn depressieve perzikpit! nog geen taifoen
—Een beukelaar voor hen die rechtop loopt—
Dwingt deze pornohand nog uit zijn handschoen
Of zal van mijn plantaardige liefde een tittel afdoen.

SLOUGHING OFF THE GENTLEMANLY SPORTS

What makes that fox so grabby for the stars,
Begging like boys do?  I meant to fully
Gild that lily, till less like virile Mars
It’s clepd the pansiest of pansy,
The caducous calyx of a poppy.
Cuz, step into these arms where you belong
A coup at the prospect of this lording,
A gleam in the gloom with serpentine song—
The phosphorescent tide’s mine to lavish upon.
 
O stop me at the very vestibule—
Before whom, and in what habit I speak
I watched them use their meat to call me fool.
Someone’s cage is aching at the seams,
The noisome idle falls to dirty dreams—
Thus the flummoxed drunk of xem will coil
And I'll learn the real, or it'll learn me,
Making free with the Italian model
The single summer shower mano à mano.
 
The proverbial number of angels
That could’ve fit on the head of a pin
Are crying to the myriad angles,
This glassy labyrinth we happened in
Will not undo the errancer I’ve been.
Soon the swancrest, the feedcrest, my distress
Will feign to fuck the furlonged mannequin—
At what—punishing pace we undress
This crapshoot idée fixe and its yahoo mistress.
 
Fictive trees harsh the billow of my cape,
All kind of lovers crashed rubbernecking.
The fishes on the frontispiece were draped
In your leafy worded velocity.
You whisper, London has no more fog for me
To whit, my darksome peachpit! storms above
—A buckler to them that walks uprightly—
Will not enforce this porno hand from glove
Or diminish one jott my vegetable love.
Close

HET AFWERPEN VAN DE BESCHAAFDE SPORTEN

Waarom de vos zo grijpgraag naar de sterren reikt,
Bedelend als jongens?  Ik wou die lelie helemaal
Vergulden, tot hij niet meer op viriele Ares lijkt
Maar als mietje onder de margrietjes telt,
De klaproos der verwelkende kelk.
Want, kom in de armen waar je toch moet zijn
Een meesterzet bij het idee van dit bestieren,
Geflonker int donker met zang van serpentijn—
Aan het lichtgevende tij mag ik me verlustigen.
 
O hou me tegen vlak voor het voorportaal—
Voor wie en in welk habijt ik spreek
Ik zag ze mij bespotten met hun vlees.
Iemands kooi is pijnlijk los aan het komen,
Luidruchtig ijdel verwordt tot voze dromen—
Zo kronkelt de perplexe dronkenlap van xen
En leer ik het echte, of word erdoor geleerd,
En ga me gang met het Italiaanse model
De enige zomerdouche mano a mano.
 
Het spreekwoordelijke aantal engelen
Dat had gepast op een speldenkop
Is aan het jengelen tegen de talloze hoeken,
Het glazige doolhof dat om ons is gesteld
Maakt geen einde aan de doler die ik ben.
De zwanenpluim, de voedselpluim, mijn grieven
Nepneuken spoedig de gebunderde mannequin—
En wij—in moordend tempo deroberen nu en hier
Dit strontlinke idée fixe en zijn yahoo-geliefde.
 
Fictief geboomte ruwt de deining van mijn cape,
Allerhande minnaars storten zich vergapend neer.
Op het titelblad worden de vissen voortgesleept
In jouw bladerrijke woordrijke snelheid.
Je fluistert: Londen heeft voor mij geen mist meer
Zijnde, mijn depressieve perzikpit! nog geen taifoen
—Een beukelaar voor hen die rechtop loopt—
Dwingt deze pornohand nog uit zijn handschoen
Of zal van mijn plantaardige liefde een tittel afdoen.

SLOUGHING OFF THE GENTLEMANLY SPORTS

Sponsors
Gemeente Rotterdam
Nederlands Letterenfonds
Stichting Van Beuningen Peterich-fonds
Ludo Pieters Gastschrijver Fonds
Lira fonds
Partners
LantarenVenster – Verhalenhuis Belvédère